zondag 21 september 2008

Vakantie in Thailand (1)

Eindelijk zijn we met vakantie geweest. Sinds Kerst hadden we geen echte vakantie meer gehad dus waren we wel even toe aan een paar weekjes rust.

Onze keuze was gevallen op Bangkok. Daar waren we beiden al eens voor zakelijke reizen geweest en toen was ons al opgevallen hoe hartelijk de mensen in Thailand zijn.

31 Augustus stapten we op het vliegtuig in Hong Kong en na ruim twee uur waren we in Bangkok. De service tijdens de vlucht van Cathay Pacific was nou niet echt geweldig. We hadden business class geboekt vanwege de betere service, maaltijden en het feit dat je meer bagage mee mag nemen (30 in plaats van de gebruikelijke 20 kilo) maar je krijgt tegenwoordig nog maar weinig waarde voor je geld, zo lijkt het. Zo was er weinig keuze in het menu, onze stoelen hadden duidelijk hun beste tijd gehad en deed mijn monitor het niet zodat Bert en ik samen naar zijn monitor hebben gekeken. Ook werden we constant gestoord door de ene na de andere purser, stewardess of hoe ze zich ook noemen, die zich allemaal persoonlijk kwamen voorstellen. Beetje vreemd....

Nou ja, we kwamen goed aan in Bangkok en konden gelukkig direct naar de bagagehal omdat Nederlanders geen visum nodig hebben voor Thailand (wel moet je paspoort minimaal 6 maanden geldig zijn). In de aankomsthal konden we ons melden bij de balie van het Peninsula hotel voor het verdere vervoer naar het hotel.

We werden vriendelijk begroet ('sawasdee ka') en na even gewacht te hebben met een Mercedes S-klasse naar het hotel gebracht. Na een uurtje zoeven (wat een heerlijke auto!) kwamen we bij het hotel waar we ook weer uitermate vriendelijk werden begroet.

Inchecken gebeurde op onze kamer op de 25ste verdieping van waar we een schitterend uitzicht op de Chao Praya rivier en op de rest van de stad hadden. We hadden ook nog een balkon waarop we heerlijk konden zitten en genieten van de geluiden van de stad.

Het hotel ligt aan de rustige kant van de stad maar doordat je met een veerdienst naar de overkant kon varen en daar de Skytrain of BTS kon nemen, was je met een half uurtje in de binnenstad van Bangkok.

We hadden nog even getwijfeld tussen een hotel dat meer in het centrum lag en het Peninsula maar toen we later met een gids de stad doorreden waren we heel blij dat we voor het Peninsula hadden gekozen. Wat een drukte!

Tja en toen waren we in Bangkok en besloten de Thai met elkaar op de vuist te gaan. Paniek onder de toeristen en het ene na het andere land vaardigde reisbeperkingen uit. Omdat wij zover van het centrum zaten, besloten we niet direct in de stress te schieten en rustig af te wachten op berichten van het hotel.

Elke morgen was er een update van het hotelmanagement maar in feite kwam het steeds op hetzelfde neer: ga niet naar plaatsen die in de buurt zijn van de ongeregeldheden maar verder is alles veilig.

We besloten voor alle zekerheid de eerste paar dagen maar gewoon in het hotel door te brengen met een paar goede boeken. Dat was sowieso wat we van plan waren en dat is ook waarom je met vakantie gaat: om uit te rusten. Wij in elk geval wel.

Tegen het einde van de eerste week bleek het allemaal inderdaad wel mee te vallen en besloten we een paar uitstapjes te gaan maken. Om te beginnen, Bangkok City.

Bangkok City



Om 1 uur 's middags werden we opgehaald door Sjaki die ons eerst meenam de stad in. Dit ging allemaal met de auto en gelukkig maar want het was verschrikkelijk warm, zo'n 37 graden. We zagen Chinatown waar je overal haaievinnen in de etalages zag hangen. Ik werd er niet goed van want ik had kort voor onze vakantie een documentaire gezien op Discovery Channel over hoe het 'oogsten' van haaievinnen gaat en daarbij was mijn maag verschillende keren omgedraaid vanwege het feit dat dit op een allesbehalve humane manier gaat. En dan te weten dat haaievinnensoep werkelijk nergens naar smaakt.

Enfin, het zag er heel Chinees uit, veel Chinezer dan in Hong Kong of het mainland wat dan wel weer grappig is en wat Sjaki niet wist. Zo leer je altijd weer wat!

We reden verder langs de Flower market waar zeg maar de bloemenveiling van Bangkok is. Je vindt er tientallen stallen met de mooiste bloemen en hoewel we in de auto zaten, drong de bloemengeur in no time binnen. Het rook zalig.

Sjaki vertelde ons ook nog een anekdote over bloemen. Als je als man indruk wilt maken op een vrouw in Thailand dan moet je haar vooral geen orchidee geven. Dat zijn namelijk zo'n beetje de goedkoopste bloemen die je kunt krijgen (hoewel ze bij ons dus behoorlijk duur zijn). Indruk maken doe je met tulpen (!), narcissen of rozen. Zo zie je maar weer dat je in elk land weer andere 'regels' hebt.

Onderweg kom je overal grote billboards tegen met de afbeelding van Koning Rama IX, of zoals wij hem beter kennen: Koning Bhumibol en daar hadden we een interessant gesprek over met Sjaki. Wij hebben immers onze koningin maar in Thailand wordt de koning echt vereerd. Sjaki vertelde ons dat hij werkelijk zijn leven zou geven voor de koning omdat hij zo ontzettend veel voor het land gedaan heeft. Hij werkt nog steeds aan tientallen projecten hoewel hij de al zeer respectabele leeftijd van 81 jaar heeft bereikt en hij heeft het land echt ontwikkeld. Spreken over de koning en zijn familie gaat daarom altijd met enorm veel respect.

Op maandagen wordt trouwens veel geel gedragen door de Thai want dat is de kleur van de koning. Hij is namelijk op een maandag geboren en de kleur van de maandag is geel. Dit zou geluk brengen.

De reis ging verder langs het Grand Palace, het oude paleis en het huidige paleis van de koning en zijn familie. De koning is namelijk een aantal jaren geleden verhuisd omdat het oude paleis te klein werd. Nu reden we zo langs dat oude paleis en het is allesbehalve klein te noemen. Soestdijk past er met gemak in.

Maar goed, het nieuwe paleis biedt meer ruimte aan de projecten, bijvoorbeeld de huisvesting van gehandicapte mensen die hun eigen producten maken. Dit is dus op het terrein van het paleis en dat kun je toch wel bijzonder noemen.

Onze tocht ging allereerst naar het Grand Palace want het leek erop dat het zou gaan regenen en gezien je daar veel buiten loopt, zou dat zonde zijn van de tour.

Eenmaal binnen de hekken van het Grand Palace val je van de ene in de andere verbazing. Het is zo ontzettend mooi dat ik iedereen zou willen aanraden om deze bezienswaardigheid te bezoeken als je daarvoor de gelegenheid hebt. Het is een enorm complex met heel veel pagoden in verschillende bouwstijlen en gebouwd door verschillende koningen, deels beïnvloed door buitenlandse reizen. Zo is het paleis zelf (wat niet open is voor het publiek) in de Franse stijl gebouwd terwijl de pagoden in Cambodiaanse, Thaise en Silom stijl zijn gebouwd.

Alles is in heldere kleuren ontworpen en het feit dat er veel met glasmozaiek wordt gewerkt, maakt dat het er werkelijk prachtig en stralend uitziet. Alles wordt continu gerenoveerd en dat moet met de hand gebeuren. We hebben daar eens naar staan kijken en dat is echt monnikenwerk. Elk stukje glas wordt met de hand op maat gemaakt en door iemand anders zorgvuldig aangebracht en dat in de verzengende hitte.

Hetzelfde geldt voor alle muurschilderingen waar eerst bladgoud wordt opgebracht en dan patronen worden uitgesneden en geschilderd. Het is bijzonder dat dat soort vakwerk vandaag de dag nog steeds bestaat en dat we hebben mogen zien hoe dat allemaal in z'n werk gaat.

Zoals ik eerder al schreef: we vielen van de ene in de andere verbazing.




Na het Grand Palace was het de beurt aan de beroemde tempels in Bangkok.

Boeddhisme & tempels

Boeddha wordt enorm vereerd in Thailand en dat heeft geleid tot een ware wildgroei aan tempels. In totaal telt Thailand zo'n 36.000 tempels. Je hoeft er dus nooit naar een te zoeken. Een beetje te gek is dit uiteraard wel en daarom is het nu niet meer toegestaan om nieuwe tempels te bouwen. Renovatie is o.k. maar daar moet het bij blijven.

In Bangkok staan er ook een heleboel en een aantal daarvan is heel bijzonder. We hebben er vier bezocht en wat opviel, is dat elke tempel zijn eigen karakter heeft. Het is vergelijkbaar met kerken.

Elke tempel heeft uiterard zijn eigen Boeddhabeeld en die kan afgebeeld worden op verschillende manieren, staand, liggend of in een bepaalde zithouding waarbij de handen aangeven wat er bedoeld wordt. Als ik het goed onthouden heb, zijn er zo'n zestig verschillende houdingen.

Vier houdingen komen veel voor bij de beelden: liggend (de laatste houding voor het sterven. Persoonlijk niet zo mijn favoriet; ik ga liever voor het leven), zittend met een hand omhoog in een stopteken en dat betekent het ook: vrede of stop het vechten.

De derde is met een hand waarmee zeg maar het o.k. teken wordt gegeven dat door duikers wordt gebruikt. Dit betekent 'leren' of 'onderwijzen'.

De laatste zithouding is met een hand naar beneden en dat is om boze geesten af te weren. Jullie zien, onze kennis van het Boeddisme is met sprongen vooruit gegaan!

De tempels die we hebben bekeken zijn stuk voor stuk indrukwekkend, evenals de kloosters die erbij horen. Niet dat we daar mochten kijken maar het zijn stuk voor stuk prachtige gebouwen waar een serene rust heerst.

Bij de laatste tempel waar zo'n beetje alles uit massief marmer bestond (zoiets had ik echt nog nooit gezien), legde Sjaki ook uit hoe de monniken leven.

De monniken hebben niets en zijn volledig afhankelijk van giften van familie en vrienden. Als ze ziek zijn, laat de familie bijvoorbeeld aspirine achter voor ze dat ze aan een soort paasboompjes binden.

Er wordt twee keer per dag gegeten, 's ochtends vroeg om 5.30 en de lunch is om 11.00 uur. Voor het ontbijt wordt een grote klok geluid en voor de lunch wordt op grote trommels geslagen. De rest van de dag wordt merendeels besteed aan meditatie.

Overigens moet iedereen in Thailand verplicht het klooster in maar mag je zelf kiezen hoe lang. De minimale tijd is 10 dagen. Sjaki vertelde ons dat hij 40 dagen in het klooster had geleefd. Het was zwaar maar zo vertelde hij, nu had hij verzekerd dat zijn moeder in de hemel kwam.

Het boeddhisme is op zich ook heel bijzonder omdat reïncarnatie een wezenlijk deel ervan is. De boeddhisten geloven dat je na je dood net zolang terugkeert op aarde totdat je alleen maar goed hebt gedaan en je een plaats in de hemel hebt verdiend. Daarom doden ze geen dieren behalve muggen maar dat begrijpt iedereen.

Nachtvlinders doden is helemaal taboe want die worden aangezien voor oude geesten en familieleden of geliefden van je. Ook in Hong Kong wordt dat overigens geloofd en het doden van zo'n diertje zo wordt geloofd, brengt ongeluk.

Buiten deze bezienswaardigheden heeft Bangkok nog veel meer te bieden zoals de beroemde nacht- en weekendmarkten maar dat is nu niet echt iets voor ons. Wij hebben nog wel even de shopping malls verkend maar eerlijk gezegd is winkelen in Hong Kong veel beter en vaak ook goedkoper. Hoewel het er heerlijk koel was, waren we dus snel uitgekeken.

We besloten om een dagtocht te gaan maken buiten Bangkok, naar Ayuthaya.

Ayutthaya



Dit is de voormalige, tweede hoofdstad van Thailand (de eerste was Sukothai) die in 1767 door de Burmezen tot de grond toe is afgebrand.

De stad staat op de werelderfgoedlijst en is een overblijfsel van het oude en rijke Siam. Het is absoluut een bezoek waard.

We begonnen met een bezoek aan het zomerpaleis of het Bang Pa-In Palace dat nog steeds in gebruik is voor officiële gelegenheden. Dit paleis is ook weer in een Franse stijl opgetrokken en heeft schitterende tuinen en bijgebouwen. Het terrein is dusdanig groot dat we dankbaar van de mogelijkheid gebruik maakten om met een golfcart het terrein te verkennen. Het paleis was ook verwoest maar is volledig gerenoveerd en dus is het een goede plek om te beginnen. Zo krijg je immers een goed idee van de vroegere pracht en praal. Ayutthaya zelf is namelijk een grote ruïne.

Van het zomerpaleis gingen we naar de tempels en pagoden waar we eigenlijk en dat klinkt misschien raar, steeds minder zagen. We moesten steeds meer onze verbeelding gebruiken om voor te stellen wat er ooit had gestaan. Al rondlopend over het terrein en met de vakkundige uitleg van Lina onze gids, werd ons duidelijk wat zich hier had afgespeeld. Een koning die keer op keer aanvallen van Birma had weten af te slaan tot die laatste fatale veldslag die met olifanten werd uitgevochten en die werd verloren.

In de 15 dagen die erop volgden, hebben de Birmezen eerst al het goud gestolen en van de tempels en pagoden gehaald (er werd toen veel bladgoud op de daken en Boeddhabeelden gebruikt). Daarna werden van praktisch alle Boeddhabeelden de hoofden afgeslagen wat voor gelovigen uiteraard een ware verschrikking is. Tot slot werd alles tot op de grond toe afgebrand. Het is vreemd om daar rond te lopen; het is een spookstad van enorme omvang en een beetje luguber. Nog vreemder is het dat er in bepaalde hoeken van het complex nog steeds een brandlucht hangt. Althans, wij roken het heel sterk. Volgens Lina betekende dat dat oude geesten zich aan ons openbaarden. Ik weet het niet maar ik weet wel dat het we erg onder de indruk waren van dit alles.

Een vraag die ik had maar die vooralsnog onbeantwoord is gebleven is waarom de Birmezen de hoofden van alle beelden hebben afgeslagen. Ten eerste moet dat een hels karwei zijn geweest en ten tweede zijn zij ook Boedhisten. Dat is dan toch een soort heiligschennis?

Na deze catastrophe is Bangkok de hoofdstad geworden van Siam en dat is het tot vandaag, nog steeds.

Siam heet nu Thailand wat staat voor vrijheid. Sjaki vertelde ons dat dat komt omdat geen enkel land ooit over Thailand heeft geheerst. Het is nooit een kolonie geweest en ook nooit volledig bezet door een andere mogendheid. Bijzonder, heel bijzonder.

Amazing Thailand is de slogan en daar zijn we het helemaal mee eens. Wordt vervolgd...

Geen opmerkingen: