vrijdag 23 januari 2009

A day at the races.....



Een echte ‘must-see’ in Hong Kong is een bezoek aan de paardenrennen. Wekelijks trekt dat duizenden mensen die proberen een klein fortuin te maken of die gewoon een gezellige avond met elkaar doorbrengen. Het is tevens het enige evenement waar je legaal mag gokken.

Wij hadden een arrangement geboekt omdat je er weliswaar zo heen kunt gaan maar zonder een goede uitleg betekent dat dan eigenlijk niet zoveel.

Zo gezegd, zo gedaan. We moesten ons in een hotel in Causeway Bay melden vanwaar we met de bus naar Happy Valley zouden gaan. Daar ligt een van de twee racebanen van Hong Kong.

In de bus kregen we al een korte uitleg over hoe je moet wedden op paarden en waar je allemaal op moet letten. Het werd ons direct al duidelijk dat als je dit goed wilt doen, je er wel wat meer tijd aan mag besteden dan dat wij deden.

Makkelijk is het sowieso niet want je kunt op één paard wedden waarvan je denkt dat het gaat winnen; op een paard dat bij de beste drie zit of op twee paarden die bij de beste drie zitten. Je kunt ook verschillende races met elkaar verbinden om zo nog meer geld binnen te halen maar dat hebben we maar aan de experts overgelaten.

Al je keuzes moet je uiteraard ook op je formulier aanstrepen volgens een bepaalde structuur waar je je hoofd goed bij moet houden en naarmate je meer kunt winnen, moet je ook meer inleggen.

We gingen eerst maar eens naar de speciale lounge die ons door de Hong Kong Jockey Club ter beschikking was gesteld. Het was helemaal bovenin in een van de vele gebouwen.

Iedereen begon met het invullen van de formulieren (iedereen had wat geld gekregen om mee te wedden) maar wij besloten eerst eens even een paar races te bekijken om het systeem een beetje door te krijgen.

De aanwezige steward legde ons nog wat meer details uit en gaf ons ook een boekje met de resultaten van de paarden en de jockeys afzonderlijk omdat het niet gegeven is dat een jockey altijd hetzelfde paard berijdt. Zo kun je dus een beetje inschatten wat je kansen zijn.

Dan heb je natuurlijk ook nog de videoschermen waarop staat wat je krijgt als een bepaald paard wint. Dat is uiteraard ook een goede indicatie over de winkansen. Al met al ben je zo aardig in de weer om voor elke race te bepalen op wie je je geld gaat zetten.



Na een paar races had ik wel het idee dat ik het systeem begreep en vulde m’n formuliertje in. Ik zette 10 HK$ (ongeveer 1 euro) in om te proberen. En laat ik nou winnen! Ik kreeg vijf maal de inzet terug dus dat was een goed begin.

Tijd voor een hapje van het werkelijk overheerlijke buffet en gauw kijken naar de volgende race vanaf het balkon. Veel tijd heb je niet want tussen elke race zit maar 15 minuten. Daarin moet je dan je geld innen, wat eten en je formulier invullen voor de volgende race.

Het was gezellig want iedereen aan de tafel vergeleek elkaars weddenschappen. De tijd vloog echt om en voordat we het wisten, werden we gevraagd de paddock te bezoeken.

We moesten daarvoor weer helemaal naar beneden, naar het publieke gedeelte.

De paddock is voor de echte liefhebbers van de races. Daar kun je voor de race namelijk de paarden bekijken en zien hoe ze lopen. Later komen ze nog een keer voorbij met de jockey erop.



Eenmaal beneden keken we ook vanaf daar naar een race. Dat is eigenlijk veel mooier want je zit tussen een heleboel mensen die uit alle macht hun paard/ jockey beginnen aan te moedigen. Ze hebben bijna allemaal boekjes bij zich waarin driftig allerlei informatie wordt genoteerd.



Bovendien sta je met je neus op de racebaan en dat is natuurlijk veel leuker dan vanaf de achtste verdieping.

Als je zo hoog staat, hoor je de paarden ook helemaal niet lopen maar beneden is dat wel anders. Het gaat zo ontzettend snel en het geluid van de hoeven komt echt aanrollen. De race is dan ook binnen twee minuten voorbij, echt ongelooflijk.

Het laatste deel van de avond hebben we weer boven doorgebracht en Bert en ik besloten nu geld te zetten op ‘twee paarden bij de beste drie’. We hadden twee paarden genomen die goede kansen hadden maar niet de topfavorieten waren want dan is er niets aan (en je krijgt meestal gewoon je geld weer terug).

Deze race bleek de spannendste van allemaal te worden want het ging nek aan nek en onze paarden lagen voor. Totdat een of ander vervelend ander paard zich ertussen drong waardoor een van ‘onze’ paarden op plaats vier eindigde. Grrrrr……

Uiteindelijk heeft ons deze avond zo’n tien euro gekost en dat is toch netjes, of niet dan?

Erg leuk om dit typische Hong Kong evenement eens mee te maken en het was ook nog eens heel leerzaam.



Wat me overigens wel van het hart moet, is dat ik me sterk afvraag of deze sport voor de paarden zelf nu wel zo gezond is. Het gaat er namelijk best heftig aan toe met veel zweepslagen en elke race lijkt een behoorlijke uitputtingsslag voor de paarden. Ik moest onwillekeurig denken aan wat er gebeurt als je bij het autorijden altijd pas schakelt als je meter in het rood staat. Ik geloof niet dat je auto dan net zo lang meegaat als wanneer je wat rustiger aan doet...

Roger Moore in Hong Kong

Tijd om de blog weer regelmatig in de gaten te houden want ik ben op stoom met het bijwerken van m'n achterstand!

Vandaag het verslag over het bezoek van een bijzondere en zeer charmante man aan Hong Kong: Roger Moore.

Je bent je er niet altijd zo van bewust maar Hong Kong is natuurlijk wel een wereldstad van formaat waar nogal eens een beroemdheid neerstrijkt om zichzelf of iets te promoten of om gewoon even lekker te shoppen.

Nu kun je natuurlijk niet zomaar in contact komen met de Sterren dus was het een leuke verrassing om een uitnodiging van Dymocks, onze boekwinkel te ontvangen om Roger Moore te ontmoeten.

Voor mij persoonlijk is Roger Moore samen met Sean Connery DE James Bond en hoewel al op leeftijd, blijft hij een charmante man. De manier waarop hij altijd zei: 'The name is Bond, James Bond' is voor mij in ieder geval legendarisch.

Ik vind Daniel Craig daarbij maar matig afsteken hoewel hij waarschijnlijk wel goed in de smaak bij de huidige categorie jonge dames, denk ik. 'Mijn' generatie (nu klink ik wel heel oud, jakkes) ging volgens mij toch meer voor de romantische spion dan de strakke stuntspion van nu.

Terug naar Roger...

Er hing aan deze ontmoeting uiteraard wel een prijskaartje want Roger Moore heeft een autobiografie geschreven en het was uiteraard de bedoeling dat je het boek zou kopen.

Voor de echte liefhebbers was er een keur aan mogelijkheden. Zo kon je:

1) Naar het signeren van zijn boek gaan;
2) Naar een cocktailparty gaan;
3) Naar een galadiner gaan.

Allemaal heel erg interessant maar wij besloten het eenvoudig te houden en naar het signeren van zijn boek te gaan. Dus kochten we twee exemplaren van zijn boek ‘My World is My Bond’ de Nederlandse titel is ‘Voor altijd James Bond’) en twee toegangskaartjes.

Een paar weken later was het dan zover en we gingen op weg naar de vestiging van Dymocks in het IFC complex.

Het was enorm druk toen we aankwamen en buiten de rij van mensen die een kaartje hadden, stond het vol met mensen die probeerden een glimp van Roger Moore op te vangen. Ondanks de drukte was de sfeer relatief ontspannen.

Alle ogen waren gericht op de tafel die buiten de winkel was neergezet en die nog leeg was. Nadat we een kwartiertje hadden gewacht, zagen we beweging vanuit de winkel en kwam een zeer kwieke man (hij is al 81!) naar buiten waarna hij samen met zijn vrouw plaatsnam achter de tafel.

De signeersessie begon in alle rust en het liep lekker door. Omdat wij op zo’n driekwart van de rij stonden, konden we het hele gebeuren mooi gadeslaan. Wat me opviel, was dat niemand iets tegen hem zei. Ik vond dat vreemd.

Komt die man de halve wereld over gereisd om z’n boek te promoten, daar betaal je dan een beste prijs voor en vervolgens ga je op voor je handtekening, je fotootje en that’s it. Je kunt toch op z'n minst een paar woorden wisselen, leek me.

Nu had ik al een stuk van het boek gelezen en wat hij daarin zegt is dat hij al jaren achter elkaar gevraagd was door verschillende mensen om zijn memoires te schrijven. Hij kon zich echter niet voorstellen dat er ook maar iemand in geïnteresseerd zou kunnen zijn en dus wimpelde hij die verzoeken steeds weer af.

Toen wij aan de beurt waren, vroeg ik hem daarom of hij nu toch blij was dat hij uiteindelijk zijn herinneringen aan het papier had toevertrouwd. Hij keek met twinkelende ogen op en zei: ‘Now that everybody is buying it, I am!’ Vertaald in het Nederlands is dat: ‘Nu dat iedereen mijn boek koopt, wel!’

Deze uitspraak ging gepaard met een grote glimlach van deze grote man, die daarmee zelfs de (enigszins gespannen) veiligheidsman ermee aan het lachen kreeg maar direct daarna zijn gezicht weer strak trok. Op de foto's kun je dat verschil goed zien.



Nog snel even een foto en dat was het dan. Kort maar krachtig en bijzonder indrukwekkend.



Een van de twee gesigneerde boeken hebben we overigens aan onze personal trainer, Dominic gegeven. Zijn moeder is een grote fan van Roger Moore maar ze spreekt geen Engels en durfde al helemaal niet naar de signeersessie. Nu heeft ze dan in ieder geval een mooie herinnering.

Ik heb het boek nog niet uit maar kan jullie wel vertellen dat het de moeite waard is, zeker als je een fan bent.

Eindelijk: Xi'an!

Het heeft allemaal even geduurd vanwege de verhuizing en Kerst maar hier is dan het eerste van een paar omvangrijke verslagen over onze laatste Azië trips.

Omdat de tijd begon te dringen en we absoluut een van de wereldwonderen wilden bekijken, ging de reis in oktober naar Xi’an. Vanaf Hong Kong is dat ruim drie uur vliegen en je zit dus in het hart van China.

Letterlijk eigenlijk, want Xi’an was vroeger de hoofdstad van het keizerrijk. De eerste keizer, Qin, zetelde hier maar waar iedereen het van kent, is van het graf van deze keizer.

Deze keizer was een bijzondere man. Niet alleen heeft hij, door goed militair inzicht en het laten bouwen van De Muur China weten te verenigen, hij wilde ook onsterfelijk zijn.

Wat hij niet kon vermoeden is dat hij dat juist heeft bereikt door te sterven. Hij liet namelijk een enorme graftombe bouwen of eigenlijk een grafgebied want tegenwoordig denkt men dat het hele gebied zo’n 40 km² bestrijkt.

Dit gebied bestaat uit verschillende delen waarvan slechts een klein gedeelte is blootgelegd. De graftombe zelf is overigens wel gevonden maar nog niet geopend. De legende zegt namelijk dat in de graftombe het toenmalige China op schaal is nagebouwd. De rivieren worden daarbij vertegenwoordigd door kwik in plaats van water. Kwik, zoals we weten, is erg giftig en het inademen van de dampen is allesbehalve gezond.

De legende is aan onderzoek onderworpen en inderdaad heeft men vastgesteld dat het kwikgehalte in de bodem rondom de tombe erg hoog is. Het feit dat dit na 30 jaar nog niet is gedaald, geeft aan dat er een enorme hoeveelheid kwik moet zijn en dus waagt niemand zich verder aan het graf.

Wat wel geopend is, is zo onderhand bij een breed publiek bekend. Dat zijn namelijk de terracotta legers. Ook daar zijn echter lang niet alle legers bevrijd uit hun aarden graven. Er zijn ongeveer 1.000 van de geschatte 8.000 soldaten en paarden met karren uitgegraven.

En dit was exact de reden waarom wij dit eens zelf wilden gaan bekijken.

We hadden een ‘full package’ geboekt waar de vlucht, het hotel en privé gids bij inbegrepen waren. Op het vliegveld werden we al door Jerry en ‘onze’ chauffeur verwelkomd en werden we eerst naar het hotel gebracht.

De volgende ochtend was het vroeg op want we hadden een vol programma.

Banpo village

Allereerst ging de reis naar Banpo village. Tijdens de bouw van een elektriciteitscentrale kwam men erachter dat er iets ouds onder de grond lag. Dat bleek een heel dorp te zijn, althans de fundamenten en resten ervan.

Stukje bij beetje is dit dorp uitgegraven en na jarenlang onderzoek kwam men erachter dat dit een heel bijzondere gemeenschap was. Vrouwen maakten daar namelijk de dienst uit en er woonden geen mannen. Mannen waren alleen nodig voor de voortplanting en zo kwam het dus voor dat vrouwen kinderen van verschillende mannen hadden. De dames leefden verder uitsluitend van de landbouw. Ze leefden in hutten die gedeeltelijk onder de aarde lagen zodat de warmte goed werd vastgehouden.

Het was heel interessant om te zien hoe die mensen duizenden jaren geleden leefden. Bijzonder was ook dat er nog het een en ander bewaard was gebleven. Iedereen kent wel de plaatjes uit de geschiedenisboeken over mensen uit het stenen tijdperk maar als je dan echt voorwerpen, huizen en graven ziet, krijg je er een veel beter beeld bij.

Deze gemeenschap is overigens van het ene op het andere moment ophouden te bestaan. Niemand weet waarom maar er kunnen verschillende oorzaken zijn: oorlog, natuurramp, epidemie, enzovoort.

Terracotta leger

Onze volgende rit ging richting de opgravingen en de terracotta legers. Toen we het gebied naderden vertelde Jerry ons al dat de bergen die we zagen, niet allemaal bergen zijn maar kunstmatige grafheuvels. Er schijnen in het hele gebied rondom Xi’an nog vele tientallen ongeopende graven te liggen en bij elk bouwproject wordt wel weer wat gevonden.

Als je het terrein nadert, raak je al snel onder de indruk van de grootte van het geheel. Nu is het ook op typisch Chinese wijze opgezet (groots) desalniettemin is de oppervlakte alleen al imponerend.

Voordat we de hallen ingingen, stuurde Jerry ons eerst naar een filmzaal om daar de hele geschiedenis van de legers maar ook van de ontdekking ervan te zien. Hoewel we eigenlijk linea recta naar de legers wilden, bleek het een goed voorstel.

In een ongeveer 10 minuten (zeer gedateerde) film kregen we een goede indruk van wat er allemaal met de legers was gebeurd. Waren er eerst de grafplunderaars die waardevolle dingen gestolen hebben, later verwoestte een verschrikkelijke brand het onderkomen van de legers en werden ze voor eeuwen begraven toen de dakconstructies instortten.

In 1976 vonden plaatselijke boeren die eigenlijk op zoek waren naar een bron, bij toeval de legers. Voordat ze werkelijk doorhadden wat zich onder hun voeten bevond, hadden ze echter al het een en ander aan opgravingen in een hoek gegooid. Zij dachten dat het de gebruikelijke potten en pannen waren maar toen een plaatselijke (toen nog) amateurarcheoloog eens kwam kijken, wist hij meteen dat het hier niet ging om een paar verdwaalde scherven.

Omdat er in de tussentijd al mensen van alles van waarde hadden meegenomen zoals speerpunten en die aan de smid hadden verkocht, moest de archeoloog nog snel handelen om dingen van het vuur te redden.

Zoals we nu kunnen zien, is het echter gelukkig nog veel bewaard gebleven. De boeren kregen een baantje in het museum waar ze boeken signeerden. Er is er nog een in leven, die helaas niet aanwezig was toen wij er waren omdat het te koud was (en er is daar nergens verwarming). Hij had echter wel nog wat boeken gesigneerd en dus konden we er eentje mee naar huis nemen.

En dan, ein-de-lijk de hal in. Hal 1 om precies te zijn en dat is meteen de beroemdste. Bij het binnengaan, overvalt je alweer de grootsheid van het geheel. Ik kan niet eens goed omschrijven hoe groot het is dus je moet me maar op m’n woord geloven als ik zeg dat je er even stil van wordt.

Als je vervolgens wat naar beneden kijkt, staan daar voor je in de houding honderden soldaten. Kleurloos maar toch allemaal anders. Rijen achter elkaar met boogschutters, officieren, cavalerie en een generaal om alles aan te voeren.





Ongeveer in het midden (dat is op de foto niet te zien want dat is verder naar rechts) zie je dan half uitgegraven soldaten, achterkanten van paarden en nog wat meer naar achteren zie je de originele, ingestorte toestand. Helemaal aan de achterkant is dan de zogenaamde ziekenboeg waar alle uitgegraven scherfjes bij elkaar worden gelegd en de archeologen, waaronder veel studenten, maanden achter elkaar aan hun megapuzzels werken. Je moet voor dit werk echt engelengeduld hebben!

Met een klein rekensommetje kom je er overigens ook snel achter dat wij het uitgraven van de resterende 7.000 figuren niet meer gaan meemaken.

Veel mensen denken dat dit leger uniek is en dat is het in zekere zin ook wel maar alleen wat de grootte betreft. Keizers hadden namelijk allemaal legers in hun graftombe alleen hadden die normaal gesproken de grootte van Playmobil poppetjes. Dit leger is daarom zo uniek omdat de figuren op ware grootte zijn.

Overigens hadden alle paarden en soldaten kleuren en waren de wagens van hout. Op de foto kun je zien hoe een gekleurde soldaat eruit zag. Ik heb gevraagd waarom ze de legers niet ook hun kleur weer teruggeven al is het maar een gedeelte. Gewoon zodat je een indruk krijgt van hoe fris gekleurd het geheel was. Jerry vertelde echter dat ze dat niet doen omdat de toeristen (!) nu eenmaal de kleurloze soldaten kennen en ze bang zijn dat de soldaten met kleur het minder goed zullen doen. Jammer, jammer, jammer……



Het opgraven van de legers gaat op dit moment trouwens wat langzamer. De verf verdwijnt namelijk heel snel zodra de soldaten bovengronds komen. De archeologen werken daarom samen met Duitse ingenieurs om dit probleem op te lossen.

Wat al wel is vastgesteld, is dat er een bepaalde kleur paars is gebruikt die bestaat uit stoffen die officieel pas honderden jaren later zijn uitgevonden. Merkwaardig!



Na Hal 1 volgen nog meer kleinere hallen waar je verschillende andere taferelen aantreft waarvan de archeologen ook nog niet zeker zijn wat ze nu exact voorstellen maar overal kijk je je ogen uit.

Na de hallen was het museum aan de beurt waar een heleboel voorwerpen zijn tentoongesteld die in de buurt van de graven zijn gevonden. Ook zijn een paar wapens gevonden die de boogschutters vasthielden, de speren en de hoofdstellen van de paarden.

Het meest bijzonder zijn echter de recente opgravingen. Zo zijn bij de vermeende ingang van de tombe twee bronzen koetsen gevonden. Deze koetsen zijn werkelijk tot het kleinste detail nagemaakt en zijn kopieën van de echte koetsen van de keizer. Zo heeft een koets een parasol die uit de houder kon worden genomen als de keizer ging wandelen en die tevens kon knikken zodat de keizer altijd uit de zon zat. Wij kennen dit nog steeds en het is grappig te weten dat deze uitvinding dus al duizenden jaren oud is.

Zomerpaleis

Een van de dingen die je overal ter wereld vindt, zijn buitenverblijven. Ook wij kennen dat maar dan is dat vaak in de vorm van een caravan of een chalet en in een enkel geval een vakantiehuisje. Vroeger was dat een beetje anders, zo ook in China.

We hebben een zomerpaleis van een van de latere keizers bezocht die getrouwd was met de mooiste vrouw van China. Het was ware liefde waar een eind aan kwam toen de mooie dame een eind aan haar leven maakte. Ze is echter wel voor iedereen bewaard gebleven want er staat een reusachtig wit marmeren beeld van een meter of vier in de tuin. Wat opvalt, is dat ze naakt is en dat terwijl Chinezen over het algemeen redelijk preuts zijn.



Jerry vertelde echter dat het Franse hof van Lodewijk XIV model stond voor het leven in dit zomerpaleis en dat verklaart meteen ook alle andere frivole muurschilderingen.

Op zich vonden wij dit paleis niet zo bijzonder omdat het niet meer in z’n originele staat verkeert en omdat de nagebouwde versie vele malen kleiner is dan het origineel. Jammer.

Wat wel origineel was, waren de hot springs of de warmwaterbronnen. Nou, warm zeg maar gerust heet. Ik kon mijn handen er niet onder houden terwijl het toch heel erg koud was. De baden zijn nog helemaal behouden en het was interessant om naar de constructie ervan te kijken. Het was namelijk zo dat het personeel ook gebruik mocht maken van de warmwaterbronnen. Zij hadden zelfs hun eigen bad (ter grootte van een redelijk zwembad).

Wow, dat is bijzonder, denk je dan. Althans wij wel, want meestal had het personeel het niet zo goed. Nou, hun bad was ook niet helemaal je dat want wat bleek? Het water dat erin stroomde was het water dat uit het keizerlijke bad kwam. Hmmmm…… ik ga toch liever douchen.

Stadsmuur

Na de korte stop bij het zomerpaleis was ik al zo ongeveer versteend van de kou en dus was ik blij dat ik weer in de auto zat. Maar onze dag was nog niet over want er stond nog een ding op het programma, de stadsmuur.

Eerlijk is eerlijk, hij is bijzonder. Hij is nog helemaal intact, inclusief de Drum en Bell tower en dat zie je eigenlijk nooit. Het uitzicht vanaf de muur op de stad bij nacht was ook prachtig maar ik kon op een gegeven moment alleen nog maar denken aan hoe koud ik het had.

Traditionele Chinese show

We werden afgezet bij een theater waar we een theaterdiner zouden gaan beleven. Nu zijn wij nooit zo weg van dit soort arrangementen omdat het doorgaans van zeer middelmatige kwaliteit is dus we hadden hier niet zo veel zin in. Maar ja, het is een onderdeel van je programma dus je gaat.

Tot onze verbazing hebben we een geweldige avond gehad. Het eten was voortreffelijk, de rijstwijn zalig, de bediening vriendelijk, we hadden mooie plaatsen en hebben genoten van de historische instrumenten met hun vreemde klanken (hoewel een van de muzikanten duidelijk te weinig had geslapen).



Als sluitstuk was er het optreden van een beroemde man (nou ja, mannetje) die op virtuoze wijze panfluit speelde. Het was alsof je in een volière zat, ongelooflijk.

Het was echter niet alleen de expertise van de man die zo bijzonder was, ook zijn uitstraling en zijn overduidelijke plezier in z’n werk maakten het een genot om naar te kijken. Hij schijnt de enige ter wereld te zijn die zo op een panfluit kan spelen. Nu houden Chinezen wel van een beetje overdrijven omdat dat goed is voor de business maar ik had zoiets nog nooit gehoord. Wie weet is het dus wel waar…



Moe maar voldaan werden we naar het hotel teruggebracht.

Stenen tafelen museum

De volgende ochtend gingen we op weg naar het museum met stenen tafelen. Wij vonden het museumterrein eigenlijk interessanter dan het museum zelf want het zegt ons niet zo veel. De tafelen werden vroeger gebruikt voor het verspreiden van nieuws. Heel interessant maar ik vond het net of je tussen grafstenen doorloopt.

Op weg naar de volgende attractie werden we getrakteerd op de acrobatische kunsten van een man die elektriciteitskabels aan het installeren was. Deze man stond temidden van het drukke stadsverkeer op een heel hoge ladder die door een paar mannetjes werd tegengehouden. Zoals je op de foto kunt zien, moest hij al wiebelend een hele tros kabels boven de weg vastmaken. De man had ook helemaal geen zekering of wat dan ook. Helaas is dat nog steeds de normale gang van zaken in China…



Boeddhistisch klooster

Op het programma stond een bezoek aan een klooster. Niet dat je naar binnen mag, dat is maar aan een paar mensen voorbehouden maar het terrein en een paar bijgebouwen mag je wel bekijken. Ik vind dat soort terreinen altijd heerlijk omdat er een serene rust heerst. Boeddhisten vind ik sowieso bijzonder omdat het niet zozeer de verheerlijking van een persoon betreft maar het gaat om een bepaalde leefwijze waarbij respect centraal staat. Althans, dat is wat mij opvalt en aanspreekt aan het Boeddhisme.

In ieder geval was het aardig om even heerlijk in het zonnetje rond te lopen en een praatje te maken met een monnik die stond te genieten van een kip die met haar kuikens aan het rondscharrelen was.

Wat nog meer opviel was de manier waarop je een wens of gebed kunt achterlaten. Die schrijf je namelijk op een briefje en hangt dat op. Eens in de zoveel tijd wordt dat dan weggehaald. Wat er daarna mee gebeurt, weet ik eigenlijk niet maar ik zou denken dat de briefjes worden verbrand en zo door de rook naar ‘boven’ worden getransporteerd.



Stadspark

Het stond niet op het programma maar omdat ik soms een beetje eigenwijs ben, weken we op mijn verzoek even kort af van ons plan. Toen we uit het klooster kwamen, hoorde ik namelijk muziek en ik werd nieuwsgierig.

We liepen dus op het geluid af en troffen daar in een soort muziektempeltje (sorry, ik weet dat er een ander woord voor is maar soms heb ik moeite om erop te komen, zoals nu dus) een paar lokale mensen aan die wat zaten te spelen op de typische instrumenten die we de avond ervoor in de show hadden gezien. Erom heen had zich een menigte verzameld die meezong en genoot.

Toen wij aan kwamen lopen, ontstond er wat geroezemoes. Kennelijk komen er nooit mensen met blauwe ogen kijken naar hun simpel vertier. Nou, wij dus wel. De camera deed ook wonderen. De mensen vonden het maar wat interessant dat wij foto’s stonden te maken.

Het was uiteindelijk de reactie van die mensen die het zo leuk maakte want we kwamen er al snel achter dat hoewel de muzikanten ongetwijfeld hun best deden, de muziek niet om aan te horen was. Vooral het gezang van een stokoude dame was wellicht goed bedoeld maar een gezond menselijk wezen houdt daar een gehoorbeschadiging aan over. Toch leuk, even tussen de plaatselijke bevolking.




Stadsmuseum

Wanneer komt er een eind aan dit verslag zul je nu wellicht denken. Welnu, dit is het laatste onderdeel.

Als je echt iets van de geschiedenis van een stad wilt weten, is het meestal zeer aan te raden een stadsmuseum te bezoeken. Zo ook in Xi’an.

Zoals al eerder vermeld, ademt de hele omgeving daar cultuur en als museum heb je dan zowaar een luxe probleem want wat vertel je de mensen?

Jerry besloot ons door de interessantste zalen te leiden waar we een keur aan prachtige kunstvoorwerpen te zien kregen maar ook bronzen potten, bellen, wapens en eet- en drinkgerei en een enorme stenen leeuw (3 meter hoog bij ik schat een paar meter lang).

Wat me vooral is bijgebleven, zijn de voorwerpen die ook weer rondom de graftombe zijn opgegraven. Deze keer is het een naar het lijkt vijvertafereel. Er zijn namelijk bronzen ganzen gevonden op ware grootte en een ganzenhoeder die op de grond zit. Wederom indrukwekkend.

Ik ben blij dat we deze reis hebben geboekt en niet zijn afgegaan op de collega’s die zeiden dat alleen de terracotta legers de moeite van het bekijken waard zijn. Je mist echt wat als je alleen daartoe beperkt.

Xi’an, een geweldige stad die aan de ene kant (en dat bedoel ik letterlijk) kan bogen op een geschiedenis die duizenden jaren terug gaat in de tijd en aan de andere kant alle luxe van een moderne stad biedt.

Ik hoop van harte dat we ooit mogen meemaken dat de graftombe wordt geopend.

maandag 12 januari 2009

Even geen tijd

Via deze weg wil ik iedereen nog een gelukkig en vooral gezond 2009 wensen!

Al heel veel mensen hebben zich bij me gemeld met de vraag of de blog nu afgelopen is. Het antwoord daarop is: nee.

Maar....we zijn inmiddels verhuisd naar Duitsland en hadden het niet alleen heel erg druk met de afwikkeling van lopende zaken in Hong Kong en de verhuizing zelf, ook het weer thuiskomen in Duitsland vroeg en vraagt nog steeds veel tijd.

Het kan daarom nog even duren voordat ik weer wat publiceer maar over de volgende onderwerpen kunnen jullie nog een artikeltje of wat verwachten voordat de blog definitief stopt (en ik waarschijnlijk een nieuwe start over ons leven in Franken):

- Onze ontmoeting met Roger Moore
- Kerstversiering in Hong Kong
- Bezoekje aan de paardenrennen
- Onze trip naar Xi'an in China (terracotta leger)
- Onze trip naar Osaka en Kyoto in Japan
- Onze afscheidsparty's in Hong Kong

Zoals jullie zien, zit er dus nog wat in het vat en jullie weten: wat daarin zit....

Alvast bedankt voor jullie geduld!

Monica