Het heeft allemaal even geduurd vanwege de verhuizing en Kerst maar hier is dan het eerste van een paar omvangrijke verslagen over onze laatste Azië trips.
Omdat de tijd begon te dringen en we absoluut een van de wereldwonderen wilden bekijken, ging de reis in oktober naar Xi’an. Vanaf Hong Kong is dat ruim drie uur vliegen en je zit dus in het hart van China.
Letterlijk eigenlijk, want Xi’an was vroeger de hoofdstad van het keizerrijk. De eerste keizer, Qin, zetelde hier maar waar iedereen het van kent, is van het graf van deze keizer.
Deze keizer was een bijzondere man. Niet alleen heeft hij, door goed militair inzicht en het laten bouwen van De Muur China weten te verenigen, hij wilde ook onsterfelijk zijn.
Wat hij niet kon vermoeden is dat hij dat juist heeft bereikt door te sterven. Hij liet namelijk een enorme graftombe bouwen of eigenlijk een grafgebied want tegenwoordig denkt men dat het hele gebied zo’n 40 km² bestrijkt.
Dit gebied bestaat uit verschillende delen waarvan slechts een klein gedeelte is blootgelegd. De graftombe zelf is overigens wel gevonden maar nog niet geopend. De legende zegt namelijk dat in de graftombe het toenmalige China op schaal is nagebouwd. De rivieren worden daarbij vertegenwoordigd door kwik in plaats van water. Kwik, zoals we weten, is erg giftig en het inademen van de dampen is allesbehalve gezond.
De legende is aan onderzoek onderworpen en inderdaad heeft men vastgesteld dat het kwikgehalte in de bodem rondom de tombe erg hoog is. Het feit dat dit na 30 jaar nog niet is gedaald, geeft aan dat er een enorme hoeveelheid kwik moet zijn en dus waagt niemand zich verder aan het graf.
Wat wel geopend is, is zo onderhand bij een breed publiek bekend. Dat zijn namelijk de terracotta legers. Ook daar zijn echter lang niet alle legers bevrijd uit hun aarden graven. Er zijn ongeveer 1.000 van de geschatte 8.000 soldaten en paarden met karren uitgegraven.
En dit was exact de reden waarom wij dit eens zelf wilden gaan bekijken.
We hadden een ‘full package’ geboekt waar de vlucht, het hotel en privé gids bij inbegrepen waren. Op het vliegveld werden we al door Jerry en ‘onze’ chauffeur verwelkomd en werden we eerst naar het hotel gebracht.
De volgende ochtend was het vroeg op want we hadden een vol programma.
Banpo village
Allereerst ging de reis naar Banpo village. Tijdens de bouw van een elektriciteitscentrale kwam men erachter dat er iets ouds onder de grond lag. Dat bleek een heel dorp te zijn, althans de fundamenten en resten ervan.
Stukje bij beetje is dit dorp uitgegraven en na jarenlang onderzoek kwam men erachter dat dit een heel bijzondere gemeenschap was. Vrouwen maakten daar namelijk de dienst uit en er woonden geen mannen. Mannen waren alleen nodig voor de voortplanting en zo kwam het dus voor dat vrouwen kinderen van verschillende mannen hadden. De dames leefden verder uitsluitend van de landbouw. Ze leefden in hutten die gedeeltelijk onder de aarde lagen zodat de warmte goed werd vastgehouden.
Het was heel interessant om te zien hoe die mensen duizenden jaren geleden leefden. Bijzonder was ook dat er nog het een en ander bewaard was gebleven. Iedereen kent wel de plaatjes uit de geschiedenisboeken over mensen uit het stenen tijdperk maar als je dan echt voorwerpen, huizen en graven ziet, krijg je er een veel beter beeld bij.
Deze gemeenschap is overigens van het ene op het andere moment ophouden te bestaan. Niemand weet waarom maar er kunnen verschillende oorzaken zijn: oorlog, natuurramp, epidemie, enzovoort.
Terracotta leger
Onze volgende rit ging richting de opgravingen en de terracotta legers. Toen we het gebied naderden vertelde Jerry ons al dat de bergen die we zagen, niet allemaal bergen zijn maar kunstmatige grafheuvels. Er schijnen in het hele gebied rondom Xi’an nog vele tientallen ongeopende graven te liggen en bij elk bouwproject wordt wel weer wat gevonden.
Als je het terrein nadert, raak je al snel onder de indruk van de grootte van het geheel. Nu is het ook op typisch Chinese wijze opgezet (groots) desalniettemin is de oppervlakte alleen al imponerend.
Voordat we de hallen ingingen, stuurde Jerry ons eerst naar een filmzaal om daar de hele geschiedenis van de legers maar ook van de ontdekking ervan te zien. Hoewel we eigenlijk linea recta naar de legers wilden, bleek het een goed voorstel.
In een ongeveer 10 minuten (zeer gedateerde) film kregen we een goede indruk van wat er allemaal met de legers was gebeurd. Waren er eerst de grafplunderaars die waardevolle dingen gestolen hebben, later verwoestte een verschrikkelijke brand het onderkomen van de legers en werden ze voor eeuwen begraven toen de dakconstructies instortten.
In 1976 vonden plaatselijke boeren die eigenlijk op zoek waren naar een bron, bij toeval de legers. Voordat ze werkelijk doorhadden wat zich onder hun voeten bevond, hadden ze echter al het een en ander aan opgravingen in een hoek gegooid. Zij dachten dat het de gebruikelijke potten en pannen waren maar toen een plaatselijke (toen nog) amateurarcheoloog eens kwam kijken, wist hij meteen dat het hier niet ging om een paar verdwaalde scherven.
Omdat er in de tussentijd al mensen van alles van waarde hadden meegenomen zoals speerpunten en die aan de smid hadden verkocht, moest de archeoloog nog snel handelen om dingen van het vuur te redden.
Zoals we nu kunnen zien, is het echter gelukkig nog veel bewaard gebleven. De boeren kregen een baantje in het museum waar ze boeken signeerden. Er is er nog een in leven, die helaas niet aanwezig was toen wij er waren omdat het te koud was (en er is daar nergens verwarming). Hij had echter wel nog wat boeken gesigneerd en dus konden we er eentje mee naar huis nemen.
En dan, ein-de-lijk de hal in. Hal 1 om precies te zijn en dat is meteen de beroemdste. Bij het binnengaan, overvalt je alweer de grootsheid van het geheel. Ik kan niet eens goed omschrijven hoe groot het is dus je moet me maar op m’n woord geloven als ik zeg dat je er even stil van wordt.
Als je vervolgens wat naar beneden kijkt, staan daar voor je in de houding honderden soldaten. Kleurloos maar toch allemaal anders. Rijen achter elkaar met boogschutters, officieren, cavalerie en een generaal om alles aan te voeren.
Ongeveer in het midden (dat is op de foto niet te zien want dat is verder naar rechts) zie je dan half uitgegraven soldaten, achterkanten van paarden en nog wat meer naar achteren zie je de originele, ingestorte toestand. Helemaal aan de achterkant is dan de zogenaamde ziekenboeg waar alle uitgegraven scherfjes bij elkaar worden gelegd en de archeologen, waaronder veel studenten, maanden achter elkaar aan hun megapuzzels werken. Je moet voor dit werk echt engelengeduld hebben!
Met een klein rekensommetje kom je er overigens ook snel achter dat wij het uitgraven van de resterende 7.000 figuren niet meer gaan meemaken.
Veel mensen denken dat dit leger uniek is en dat is het in zekere zin ook wel maar alleen wat de grootte betreft. Keizers hadden namelijk allemaal legers in hun graftombe alleen hadden die normaal gesproken de grootte van Playmobil poppetjes. Dit leger is daarom zo uniek omdat de figuren op ware grootte zijn.
Overigens hadden alle paarden en soldaten kleuren en waren de wagens van hout. Op de foto kun je zien hoe een gekleurde soldaat eruit zag. Ik heb gevraagd waarom ze de legers niet ook hun kleur weer teruggeven al is het maar een gedeelte. Gewoon zodat je een indruk krijgt van hoe fris gekleurd het geheel was. Jerry vertelde echter dat ze dat niet doen omdat de toeristen (!) nu eenmaal de kleurloze soldaten kennen en ze bang zijn dat de soldaten met kleur het minder goed zullen doen. Jammer, jammer, jammer……
Het opgraven van de legers gaat op dit moment trouwens wat langzamer. De verf verdwijnt namelijk heel snel zodra de soldaten bovengronds komen. De archeologen werken daarom samen met Duitse ingenieurs om dit probleem op te lossen.
Wat al wel is vastgesteld, is dat er een bepaalde kleur paars is gebruikt die bestaat uit stoffen die officieel pas honderden jaren later zijn uitgevonden. Merkwaardig!
Na Hal 1 volgen nog meer kleinere hallen waar je verschillende andere taferelen aantreft waarvan de archeologen ook nog niet zeker zijn wat ze nu exact voorstellen maar overal kijk je je ogen uit.
Na de hallen was het museum aan de beurt waar een heleboel voorwerpen zijn tentoongesteld die in de buurt van de graven zijn gevonden. Ook zijn een paar wapens gevonden die de boogschutters vasthielden, de speren en de hoofdstellen van de paarden.
Het meest bijzonder zijn echter de recente opgravingen. Zo zijn bij de vermeende ingang van de tombe twee bronzen koetsen gevonden. Deze koetsen zijn werkelijk tot het kleinste detail nagemaakt en zijn kopieën van de echte koetsen van de keizer. Zo heeft een koets een parasol die uit de houder kon worden genomen als de keizer ging wandelen en die tevens kon knikken zodat de keizer altijd uit de zon zat. Wij kennen dit nog steeds en het is grappig te weten dat deze uitvinding dus al duizenden jaren oud is.
Zomerpaleis
Een van de dingen die je overal ter wereld vindt, zijn buitenverblijven. Ook wij kennen dat maar dan is dat vaak in de vorm van een caravan of een chalet en in een enkel geval een vakantiehuisje. Vroeger was dat een beetje anders, zo ook in China.
We hebben een zomerpaleis van een van de latere keizers bezocht die getrouwd was met de mooiste vrouw van China. Het was ware liefde waar een eind aan kwam toen de mooie dame een eind aan haar leven maakte. Ze is echter wel voor iedereen bewaard gebleven want er staat een reusachtig wit marmeren beeld van een meter of vier in de tuin. Wat opvalt, is dat ze naakt is en dat terwijl Chinezen over het algemeen redelijk preuts zijn.
Jerry vertelde echter dat het Franse hof van Lodewijk XIV model stond voor het leven in dit zomerpaleis en dat verklaart meteen ook alle andere frivole muurschilderingen.
Op zich vonden wij dit paleis niet zo bijzonder omdat het niet meer in z’n originele staat verkeert en omdat de nagebouwde versie vele malen kleiner is dan het origineel. Jammer.
Wat wel origineel was, waren de hot springs of de warmwaterbronnen. Nou, warm zeg maar gerust heet. Ik kon mijn handen er niet onder houden terwijl het toch heel erg koud was. De baden zijn nog helemaal behouden en het was interessant om naar de constructie ervan te kijken. Het was namelijk zo dat het personeel ook gebruik mocht maken van de warmwaterbronnen. Zij hadden zelfs hun eigen bad (ter grootte van een redelijk zwembad).
Wow, dat is bijzonder, denk je dan. Althans wij wel, want meestal had het personeel het niet zo goed. Nou, hun bad was ook niet helemaal je dat want wat bleek? Het water dat erin stroomde was het water dat uit het keizerlijke bad kwam. Hmmmm…… ik ga toch liever douchen.
Stadsmuur
Na de korte stop bij het zomerpaleis was ik al zo ongeveer versteend van de kou en dus was ik blij dat ik weer in de auto zat. Maar onze dag was nog niet over want er stond nog een ding op het programma, de stadsmuur.
Eerlijk is eerlijk, hij is bijzonder. Hij is nog helemaal intact, inclusief de Drum en Bell tower en dat zie je eigenlijk nooit. Het uitzicht vanaf de muur op de stad bij nacht was ook prachtig maar ik kon op een gegeven moment alleen nog maar denken aan hoe koud ik het had.
Traditionele Chinese show
We werden afgezet bij een theater waar we een theaterdiner zouden gaan beleven. Nu zijn wij nooit zo weg van dit soort arrangementen omdat het doorgaans van zeer middelmatige kwaliteit is dus we hadden hier niet zo veel zin in. Maar ja, het is een onderdeel van je programma dus je gaat.
Tot onze verbazing hebben we een geweldige avond gehad. Het eten was voortreffelijk, de rijstwijn zalig, de bediening vriendelijk, we hadden mooie plaatsen en hebben genoten van de historische instrumenten met hun vreemde klanken (hoewel een van de muzikanten duidelijk te weinig had geslapen).
Als sluitstuk was er het optreden van een beroemde man (nou ja, mannetje) die op virtuoze wijze panfluit speelde. Het was alsof je in een volière zat, ongelooflijk.
Het was echter niet alleen de expertise van de man die zo bijzonder was, ook zijn uitstraling en zijn overduidelijke plezier in z’n werk maakten het een genot om naar te kijken. Hij schijnt de enige ter wereld te zijn die zo op een panfluit kan spelen. Nu houden Chinezen wel van een beetje overdrijven omdat dat goed is voor de business maar ik had zoiets nog nooit gehoord. Wie weet is het dus wel waar…
Moe maar voldaan werden we naar het hotel teruggebracht.
Stenen tafelen museum
De volgende ochtend gingen we op weg naar het museum met stenen tafelen. Wij vonden het museumterrein eigenlijk interessanter dan het museum zelf want het zegt ons niet zo veel. De tafelen werden vroeger gebruikt voor het verspreiden van nieuws. Heel interessant maar ik vond het net of je tussen grafstenen doorloopt.
Op weg naar de volgende attractie werden we getrakteerd op de acrobatische kunsten van een man die elektriciteitskabels aan het installeren was. Deze man stond temidden van het drukke stadsverkeer op een heel hoge ladder die door een paar mannetjes werd tegengehouden. Zoals je op de foto kunt zien, moest hij al wiebelend een hele tros kabels boven de weg vastmaken. De man had ook helemaal geen zekering of wat dan ook. Helaas is dat nog steeds de normale gang van zaken in China…
Boeddhistisch klooster
Op het programma stond een bezoek aan een klooster. Niet dat je naar binnen mag, dat is maar aan een paar mensen voorbehouden maar het terrein en een paar bijgebouwen mag je wel bekijken. Ik vind dat soort terreinen altijd heerlijk omdat er een serene rust heerst. Boeddhisten vind ik sowieso bijzonder omdat het niet zozeer de verheerlijking van een persoon betreft maar het gaat om een bepaalde leefwijze waarbij respect centraal staat. Althans, dat is wat mij opvalt en aanspreekt aan het Boeddhisme.
In ieder geval was het aardig om even heerlijk in het zonnetje rond te lopen en een praatje te maken met een monnik die stond te genieten van een kip die met haar kuikens aan het rondscharrelen was.
Wat nog meer opviel was de manier waarop je een wens of gebed kunt achterlaten. Die schrijf je namelijk op een briefje en hangt dat op. Eens in de zoveel tijd wordt dat dan weggehaald. Wat er daarna mee gebeurt, weet ik eigenlijk niet maar ik zou denken dat de briefjes worden verbrand en zo door de rook naar ‘boven’ worden getransporteerd.
Stadspark
Het stond niet op het programma maar omdat ik soms een beetje eigenwijs ben, weken we op mijn verzoek even kort af van ons plan. Toen we uit het klooster kwamen, hoorde ik namelijk muziek en ik werd nieuwsgierig.
We liepen dus op het geluid af en troffen daar in een soort muziektempeltje (sorry, ik weet dat er een ander woord voor is maar soms heb ik moeite om erop te komen, zoals nu dus) een paar lokale mensen aan die wat zaten te spelen op de typische instrumenten die we de avond ervoor in de show hadden gezien. Erom heen had zich een menigte verzameld die meezong en genoot.
Toen wij aan kwamen lopen, ontstond er wat geroezemoes. Kennelijk komen er nooit mensen met blauwe ogen kijken naar hun simpel vertier. Nou, wij dus wel. De camera deed ook wonderen. De mensen vonden het maar wat interessant dat wij foto’s stonden te maken.
Het was uiteindelijk de reactie van die mensen die het zo leuk maakte want we kwamen er al snel achter dat hoewel de muzikanten ongetwijfeld hun best deden, de muziek niet om aan te horen was. Vooral het gezang van een stokoude dame was wellicht goed bedoeld maar een gezond menselijk wezen houdt daar een gehoorbeschadiging aan over. Toch leuk, even tussen de plaatselijke bevolking.
Stadsmuseum
Wanneer komt er een eind aan dit verslag zul je nu wellicht denken. Welnu, dit is het laatste onderdeel.
Als je echt iets van de geschiedenis van een stad wilt weten, is het meestal zeer aan te raden een stadsmuseum te bezoeken. Zo ook in Xi’an.
Zoals al eerder vermeld, ademt de hele omgeving daar cultuur en als museum heb je dan zowaar een luxe probleem want wat vertel je de mensen?
Jerry besloot ons door de interessantste zalen te leiden waar we een keur aan prachtige kunstvoorwerpen te zien kregen maar ook bronzen potten, bellen, wapens en eet- en drinkgerei en een enorme stenen leeuw (3 meter hoog bij ik schat een paar meter lang).
Wat me vooral is bijgebleven, zijn de voorwerpen die ook weer rondom de graftombe zijn opgegraven. Deze keer is het een naar het lijkt vijvertafereel. Er zijn namelijk bronzen ganzen gevonden op ware grootte en een ganzenhoeder die op de grond zit. Wederom indrukwekkend.
Ik ben blij dat we deze reis hebben geboekt en niet zijn afgegaan op de collega’s die zeiden dat alleen de terracotta legers de moeite van het bekijken waard zijn. Je mist echt wat als je alleen daartoe beperkt.
Xi’an, een geweldige stad die aan de ene kant (en dat bedoel ik letterlijk) kan bogen op een geschiedenis die duizenden jaren terug gaat in de tijd en aan de andere kant alle luxe van een moderne stad biedt.
Ik hoop van harte dat we ooit mogen meemaken dat de graftombe wordt geopend.
Wij kunnen gelukkig gewoon doorgaan..
13 jaar geleden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten