dinsdag 24 februari 2009

Kerstversiering in Hong Kong

Een voor ons Westerlingen leuke tijd is Kerst; de versiering, de lichtjes, de speciale atmosfeer. Dat is in Hong Kong niet anders.




Nou ja, toch wel een beetje want hoe hard het ook wordt geprobeerd, helemaal begrijpen waar het Kerst om draait, doen ze niet echt. Er wordt wel ontzettend veel geld uitgegeven door de winkelcentra, de shopping malls, om zoveel mogelijk publiek te trekken.

We hadden al eens het thema rondom de 'Ruimte-Kerst'. Geen idee waar dat over ging. Overal hingen ruimte-achtige figuren en was het vooral heel erg kitsch.

Maar er wordt hard aan gewerkt om de echte Kerstsfeer zover mogelijk te benaderen en ik moet zeggen dat het dit jaar een stuk beter was.

In Cityplaza werden er bijvoorbeeld drie gigantische Drie Koningen geplaatst met enorme stoffen gewaden. Heel indrukwekkend en het beoogde effect werd ook behaald: er kwamen heel veel mensen naar toe om de Heren te fotograferen.

Maar de 'place to be' is als altijd Harbour Plaza waar weer alles uit de kast was gehaald voor het grootste glitter en glamour evenement van het jaar. Hier komen echt duizenden mensen op af. Het thema dit jaar was wel een beetje vaag moet ik zeggen.

Vorig jaar hadden ze een slee met rendieren op een rail boven de menigte. Dit bewoog allemaal en was erg mooi. De trein van dit jaar valt daarbij vergeleken een beetje tegen. Om jullie een indruk te geven heb ik een paar filmpjes gemaakt, dan kunnen jullie zelf beoordelen wat jullie ervan vinden.





Wat een beetje vreemd was zo vlak voor onze terugkeer naar Duitsland, was dat het thema in Hang Hau dit jaar de Duitse kerstmarkt was. Toeval?

Ze hadden het werkelijk heel leuk versierd met allerlei kleine huisjes waar van alles te koop was en waar we een heerlijk speculaasijsje hebben genuttigd. Glühwein was er helaas niet maar ik vraag me ook af of de Hong Kong'ers dat wel zo lekker zouden vinden.

Bovendien is het in December nog altijd rond de 25 graden dus wie drinkt er dan glühwein?

Heb ik overigens al eens verteld dat Aziaten niet zo goed tegen alcohol kunnen? Het is dat ik het zelf heb meegemaakt anders had ik het niet geloofd maar ze worden ontzettend snel dronken. Het mooiste voorbeeld daarvan is wel de tiramisu die door de vriend van een collega was gemaakt. Er zat wel wat teveel rum in maar zelfs als je een wijnglas in plaats van een borrelglas rum verdeelt over een grote schaal, blijft er per persoon uiteindelijk maar een heel klein beetje over.

Enfin, we zaten in de kantine van het werk heerlijk te genieten van ons stukje tiramisu totdat ik begon op te merken dat sommige van mijn collega's wel heel erg giechelig werden en rood begonnen aan te lopen.

Dat rood aanlopen schijnt overigens HET kenmerk van het nuttigen van alcohol te zijn. Het is daardoor ook nog eens moeilijk te verbergen en daar hebben ze een hekel aan.

Maar het is echt waar, twee collega's raakten werkelijk behoorlijk aangeschoten van de tiramisu. Terwijl ik nog heerlijk een tweede keer opschepte, hielden zij het dus voor gezien.

Dat wist ik dus niet voordat we naar Hong Kong vertrokken. Dat zijn nou van die typische dingen die je alleen maar te weten komt als je ergens woont.

Mijn Hollandse aard (of is het de Amsterdamse humor?) kwam daarbij wel direct naar boven want nu ik dit weet, geef ik met het grootste plezier een feestje voor mijn Aziatische vrienden. 10 Man, 1 fles wijn en klaar ben je. Zo goedkoop kom je er in Nederland niet mee weg!

maandag 23 februari 2009

Reisverslag Japan - deel III

Hier is het derde en laatste verslag van onze reis naar Japan.

Nijo Castle

Deze dag had een vol programma dat eerst begon met een ochtend in Kyoto, te beginnen in het Nijo Castle. Dat is het kasteel van de Shogun dat werd gebruikt voor grote bijeenkomsten. Wat veel mensen niet weten, is dat niet de Keizer maar de Shogun feitelijk de macht had in Japan omdat hij de leiding had over de legers. Jullie kunnen je voorstellen dat dat de nodige spanningen opriep.

Het is daarom ook geen wonder dat we tijdens de rondleiding door het kasteel kennis maakten met een zeer geavanceerd beveiligingssysteem: een high-tech vloer. Het was ons al opgevallen dat we tijdens het lopen een zacht piepen hoorden, net of er ergens een groep trekvogels overvliegt.

Het piepen was echter het alarm. De vloer is namelijk zo gebouwd dat er tussen de vloerdelen metalen plaatjes waren aangebracht die bij de geringste druk een zacht piepend geluid maken. Dit zorgde vooral 's nachts voor goede bewaking en kon je nog zo goed sluipen, je werd altijd ontdekt.

Verder hadden de bezoekers van de Shogun ook bepaalde lange gewaden aan waardoor ze, mochten ze snel op willen staan en de Shogun willen aanvallen, altijd zouden struikelen.

Het kasteel zelf was eigenlijk maar minimaal ingericht wat typisch is voor Japan. Meestal vind je wat tatami's (matten) en soms wat serviesgoed maar veel meer vind je eigenlijk niet. Wel vind je als je goed naar de poorten kijkt, het prachtigste houtsnijwerk.

Bij het woord kasteel moeten jullie je overigens een andere voorstelling maken want dit kasteel was meer een soort enorme bungalow met prachtige puntdaken. Geen kantelen, kanonnen en schietgaten dus maar wel een slotgracht.



Kinkakuji Temple

De volgende stop was een wandeling naar de Kinkakuji Temple ofwel het Gouden Paviljoen. Dit paviljoen ligt in een immens park en de wandeling er naar toe was zeer aangenaam door alweer de prachtige kleuren. Het was best nog wel een wandeling maar toen stond het daar ineens, midden in een grote vijver: een compleet gouden gebouw.

We hebben toch al wel veel van de wereld gezien maar in Japan blijf je je verbazen. Het staat er overigens ook om bekend dat het zuinig is op z'n culturele schatten en ik denk dat als je er lang blijft, dat je het niet eens meer opvalt.

Dit paviljoen is compleet met bladgoud bedekt en ik weet niet meer precies hoeveel het gekost heeft maar ik kan jullie zeggen dat het meer is dan wij op de bank hebben staan.



Het Keizerlijk Paleis in Kyoto

Tot slot van het ochtendprogramma was het Keizerlijk Paleis aan de beurt. Als je door de enorme donkere houten poort binnenkomt, word je overvallen door de oppervlakte van de gebouwen en door de rust op het terrein. Er zijn eigenlijk nergens versieringen zoals je dat bij andere paleizen wel vindt. Ik doel dan op fonteinen of beelden.

Niets van dat alles hier. De nadruk lag duidelijk op de statige gebouwen en de functie die ze vervulden en daarnaast de (uiteraard) prachtige tuin. Het deed me wel iets denken aan de Verboden Stad in Peking met ook allemaal van die afgescheiden gedeeltes waar je dan als bezoeker iedere keer weer door een nieuwe poort moest gaan. Dat moet in die tijd toch wel behoorlijk wat indruk hebben gemaakt op de bezoekers.



Voor de keizerin en andere familieleden zal het leven aan het hof er naar alle waarschijnlijkheid net zo hebben uitgezien als dat aan het Chinese hof: totaal afgesloten van de buitenwereld. Zo is het vandaag de dag aan het Japanse hof nog steeds. Ik begrijp eerlijk gezegd niet hoe je je volk kunt regeren als je je er helemaal van afsluit...

Voor de lunch gingen we terug naar het Kyoto Handicraft Center waar we boven verwachting een goede maaltijd kregen.

Nara

Na de lunch ging de reis naar Nara, de oude keizerlijke residentie en partnerstad van Xi'an en dus heel interessant voor ons want daar waren net geweest.

Het blijkt dat deze twee steden heel veel informatie met elkaar delen over vondsten die ze doen omdat beide steden omstreeks dezelfde tijd keizerlijke steden waren.

Naarmate je Nara nadert, wordt de omgeving steeds landelijker en rustiger. Volgens onze vriendelijke gids heeft het stadje nog steeds het karakter van vroeger tijden en gaat alles er ook nog wat gemoedelijker aan toe.

Todaiji Temple

Lieve mensen, deze tempel doet bij iedereen spontaan de mond openzakken want deze tempel is de grootste houten constructie ter wereld en echt waar, je gelooft je ogen niet. Ik hoop dat het op de foto's een beetje overkomt maar wat van afstand een gewone poort lijkt, is van dichtbij een enorme toegangspoort waarbij je je een beetje een Smurf gaat voelen. En dan te bedenken dat het complex oorspronkelijk nog groter was. Ik kan me daar dus helemaal niets meer bij voorstellen. Dit was al overweldigend.





We hebben eerst heel lang de buitenkant bekeken voordat we naar binnen gingen omdat het zo indrukwekkend is. Eenmaal binnen vind je er een wederom enorm Boeddha beeld. Om te verduidelijken hoe groot het beeld alleen al is, staat er een groot houten blok met een gat erin dat zo groot is als het neusgat van de Boeddha. Door dat gat kon een flinke tiener met gemak doorheen kruipen. Ik bedoel maar!




Het onderhoud van zo'n giga constructie kost natuurlijk wel wat en daarom hadden ze verschillende acties waaraan je kan deelnemen. Wij besloten om voor ongeveer 10 euro een speciale dakpan te kopen waarop we op de achterkant onze wens voor de toekomst konden schrijven. 'Onze' dakpan ligt nu dus op het dak van dit adembenemende gebouw. Heel, heel erg bijzonder.



Nara Park

Toen we verderliepen kwamen we in het park dat achter de tempel ligt. In dit park wemelt het van de herten die overal vrij rond lopen. Onze gids deed voor hoe je de herten speciale hertenkoekjes kon voeren en tot grote hilariteit van enkele schoolkinderen liet hij de herten ook bedanken voor de koekjes. Schattig.



Tijdens onze wandeling door het park werden we af en toe ook aangesproken door scholieren die op die manier hun Engels een beetje oefenen. Ik schrijf een beetje want ze zeggen niet zoveel tegen je en worden ook terstond verlegen als ze wat gezegd hebben. Maar, het is toch dapper dat ze het zomaar doen. Ik weet wel dat ik als puber duizend doden zou hebben gestorven voordat ik iemand zou hebben aangesproken.

Op de terugweg naar de bus wilde ik de herten uiteraard ook nog even voeren. Bert heeft het niet zo op dat soort activiteiten dus die ging op veilige afstand foto's maken.

Heel verstandig zo bleek want ik had m'n portemonnee nog niet opgeborgen of daar liepen ze al tegen me op om bij de koekjes te komen. Het vrouwtje van de koekjesstand kwam me zelfs even bevrijden zodat ik me fatsoenlijk kon installeren. Het hielp echter niet veel want er stonden wel tien herten om me heen en die drukten me met z'n allen gewoon naar achteren totdat ik zowat in een greppel viel.

Eentje was superbrutaal en toen hij naar zijn zin niet snel genoeg z'n koekje kreeg, beet hij me pardoes in m'n bovenbeen. Dat deed niet een beetje pijn; dat deed heel erg veel pijn. Ik heb dus drie dagen met een geweldige en pijnlijke blauwe plek rondgelopen. Het is dus duidelijk dat ik beter met katten ben dan met herten en dus hebben ze ook niet nog een pakje koekjes gekregen. Ik zal me daar een beetje laten mishandelen!



Kasuga Shrine

Bij de laatste stop begon het al wat te schemeren en werd het wat frisser maar het was wel aardig.

We stopten aan de rand van een bos vanwaar een pad liep dat aan weerskanten vol stond met grote Japanse lantaarns. Ik geloof dat ik het al eens eerder had vermeld bij de Shrine met de 1001 Boeddha beelden; ik heb daar niet zoveel mee.

Hier stonden dus overal van die grote lantaarns en buiten dat het prachtige foto's oplevert, doet het me niet zoveel. Ik snap niet wat je wilt bewijzen met 'de meeste van dit of de meeste van dat'.

Zoals gezegd, we hebben er mooie foto's gemaakt en ook hier lopen herten vrij rond maar die lieten zich helemaal niet zien.



Van de nonnetjes (er is een klooster op het terrein) kochten we nog een handgemaakt houten hertje (zonder tanden) met een klein briefje in de bek waarop een (in ons geval gelukkig) goede wens staat voor de koper. Het gezegde gaat, dat je met de aankoop van zo'n hertje of boodschap je eigen lot koopt. Bevalt je lot je overigens niet, dan kun je je briefje aan een speciale boom binden en een nieuwe kopen.

Dit bezoek besloot onze lange dagtocht en moe maar voldaan keerden we naar het hotel terug.

Veel dingen hebben we overigens helemaal niet gekocht. We hebben wel prachtig porselein gezien en mooie kunst maar verder dan dat was het veel van de typische kitsch dingen die je in het Kyoto Handicraft Center kon kopen.

Wij hebben eigenlijk maar een echt mooie herinnering en dat is een stenen vogel waar je wierook kegeltjes in kan doen. Die hebben we bij de Todaji Temple gekocht.

Verder moeten we het doen met de prachtige foto's en de onvergetelijke indruk die Japan en zijn bewoners op ons gemaakt hebben. Japan is zeer, zeer de moeite van een bezoek waard.

vrijdag 13 februari 2009

Reisverslag Japan - deel II

Dit tweede verslag gaat over de halve dagtocht in Kyoto. Zoals ik al vermeldde in het eerste verslag, was er bijna geen tripje meer te boeken. We hadden dus met veel passen en meten gekozen voor een halve dagtrip in Kyoto en een volledige dagtrip in Kyoto en Nara.

We werden keurig op tijd opgehaald bij het hotel met een taxi voor ons uitstapje. Het ritje ging eerst richting het Kyoto handicraft center waar we op de bus moesten wachten. Het handicraft center is eigenlijk een groot gebouw met daarin allerlei winkeltjes die souvenirs maar ook kunst en typisch handwerk verkopen. Voor elk wat wils dus en een slimme plek om alle toeristen te laten verzamelen. We hadden niet zoveel tijd dus we bleven beneden wachten op de bus.

Van het ene op het andere moment was er ‘paniek’: we moesten naar de bus die aan de overkant stond te wachten en dat moest snel. Geen idee waarom die dame ineens helemaal in de stress schoot, maar goed.

Heian Shrine

Na slechts een paar minuten waren we al bij de eerste bezienswaardigheid, en wat voor een: de Heian Shrine. Dit is een enorm gebouw in prachtig felrood waar je kunt bidden en heerlijk kunt rondlopen in de prachtige tuin.

Shrine betekent trouwens altaar maar een shrine is geen tempel (waar je er ook vele van hebt in Japan). Ik denk dat het te maken heeft met het feit of er al dan niet monniken aanwezig zijn maar weet dat niet zeker.



Voor de shrine kun je nog een Japans reinigingsritueel uitvoeren maar toen de gids vertelde dat het water niet zuiver was terwijl je dat wel met je lippen moest beroeren, hebben wij maar bedankt.

Eenmaal op de binnenplaats word je overvallen door de omvang van het complex. Alles is groot, strak en rustig.

Leuk was het boompje voor de deur waar je je wens op kon hangen. Het leek net of het boompje besneeuwd was.



Vanaf de binnenplaats kon je doorlopen de tuin in en daar konden we ons andermaal vergapen aan de kleurenpracht. Hier zijn de Japanse tuinen natuurlijk ook bekend om maar zo’n effect kun je toch alleen maar bereiken in het land zelf, hoor. Wat mooi.



Via een wandeling langs de glasheldere karpervijver (meer een karpermeer) kwamen we via een houten brug weer terug bij de Shrine.

Sanjusangendo

De volgende stop was Sanjusangendo. Dat is een lange houten tempel waarin 1001 houten beelden van de Kannon, Bodhisattava staan. Dit is gebouwd in de 13de eeuw en is dus best bijzonder om te zien.

Ik moet eerlijk zeggen dat ik me afvraag waarom iemand zoveel exact dezelfde beelden opslaat in een gebouw. Het leek namelijk echt een opslagplaats en ik kreeg ook het idee dat de rijke meneer die dit gecreëerd heeft dacht dat hij zo een plaatsje in de hemel kon kopen of z’n onsterfelijkheid op aarde. Wie zal het zeggen?

We waren redelijk snel uitgekeken want als je naar 1001 identieke beelden gaat kijken, waar kijk je dan naar? Je zou een 'Zoek de Verschillen' kunnen doen maar anders dan dat heb je het in een kwartiertje wel gezien.

Foto's maken was ten strengste verboden dus als je dan op je sokken op een ijskoude stenen vloer staat, wil je eigenlijk best wel graag terug naar je warme schoenen en dito bus.

Daarmee is overigens niet gezegd dat het niet mooi was maar je bent er zo doorheen.

Als jullie dus een indruk willen krijgen van de Sanjusangendo, zullen jullie dus op internet moeten kijken of er ergens foto’s van zijn.

Kiyomizu tempel

Het laatste onderdeel van het programma was de Kiyomizu tempel. Dit is een wereldberoemde tempel die op een prachtige locatie tegen een berg aan ligt van waar je een spectaculair uitzicht hebt op de bossen.

Deze World Heritage Site kun je alleen maar per voet bereiken via een smal, authentiek straatje dat vol zit met allerlei winkeltjes. Je vindt er de typisch toeristische dingen maar we zijn ook even binnen geweest in een winkel met het fijnste Japanse porselein. Heel erg mooi maar veel te duur helaas.

Als je eenmaal de trappen van de tempel hebt bereikt, zie de tempel al liggen en dat lijkt helemaal niet zo groot.



Totdat je boven komt en blijkt dat je vanaf de straatkant eigenlijk tegen de zijkant van de tempel aankijkt. De zeer brede voorkant kijkt uit over een dal met daarin een waar kleurenspektakel.

Het grappige was dus dat de tempel weliswaar ook heel interessant is maar dat de meeste mensen toch vooral bezig waren de natuur te fotograferen. Er liepen mensen rond met camera’s waarvan je bij het ernaar kijken alleen al pijn in je rug kreeg maar ik denk dat die mensen wel geweldige foto’s hebben kunnen maken. Vooral toen de zon onder ging.





Heel bijzonder vond ik het Boeddhabeeldje waarom een roze slabbetje hing. Ik vroeg de gids wat dat was en zij vertelde dat moeders van wie de baby gestorven is, iets van de overleden baby aan het beeld bevestigen. Het heeft iets te maken met dat het de baby in het hiernamaals goed gaat. Heel apart, dat had ik nog nooit ergens gezien.



Ergens in een onopvallende hoek stond ook nog iets wat op een machine leek. Niemand leek erin geïnteresseerd te zijn maar ik wilde toch eens even weten wat dat nu was. Bij nader onderzoek bleek dat dit geen machine was maar een martelwerktuig. Heel gek om zoiets te zien in zo’n rustige en mooie omgeving. Zo ben je in een klap weer terug in de werkelijkheid.

Het martelwerktuig bestond uit twee metalen slippers die de gestraften aan moesten. Ik heb echt geen idee hoe je je überhaupt nog kunt voortbewegen met zoiets aan je voeten dus ik neem aan dat dit voor zeer zware (!) overtredingen werd gebruikt.



Op het terrein is ook een bron waar mensen via een houten constructie kunnen komen en met een lange lepel wat water op kunnen vangen. Men zegt dat het drinken van dit water speciaal voor verliefde paartjes goed is. Het was dus een drukte van belang daar hoewel het me opviel dat er vooral veel vrouwen een slokje namen. Wat zou dat betekenen?



De tempel wordt bewoond en onderhouden door monniken. ’s Avonds is de tempel daarom een uurtje gesloten zodat de monniken in alle rust kunnen bidden. Wij waren net tegen ‘sluitingstijd’ daar en het viel me op hoe gedisciplineerd het complex leegliep. Je zou denken dat je dit niet zou kunnen controleren maar kennelijk hoeft dat niet en tonen mensen respect door zich keurig aan de regels te houden. Een verademing!

Via het straatje liepen we weer naar beneden naar de bus die ons naar het hotel terugbracht.

Een korte maar zeer indrukwekkende trip en we waren heel benieuwd naar wat de volgende dag ons brengen zou.

Daarover meer in het volgende verslag waarin jullie ook kunnen lezen hoe ik door herten werd 'overvallen'.

vrijdag 6 februari 2009

Reisverslag Japan - deel I

Het stond al heel lang hoog op ons verlanglijstje : Japan. Bert was er voor het werk al eens een paar weken achter elkaar geweest en was onder de indruk van de goed bewaarde culturele schatten en de schoonheid van het landschap.

In december, kort voor ons definitieve vertrek uit Hong Kong, besloten we een combi-reis te maken naar Japan. Het eerste dat opvalt als je gaat boeken, is dat het verschrikkelijk duur is. Ik heb daarom menig uurtje zitten puzzelen op de mogelijkheden maar eenvoudig was het niet. Je moet namelijk ook heel goed opletten op de faciliteiten in de hotels. Sommige hotels hebben namelijk niet eens ontbijtmogelijkheden en dat is allesbehalve handig.

Uiteindelijk viel de keuze op een vlucht – hotel combi. Met onze onderhand opgebouwde reiservaring ging ik ervan uit dat we zelf wel de nodige uitstapjes vanuit het hotel konden boeken. Het enige minpuntje aan deze combinatie was dat we hoe dan ook in Osaka moesten beginnen (geen idee waarom). Nu heeft Osaka niet zoveel te bieden behalve een groot pretpark maar in december is dat allesbehalve aan te raden en daarvoor waren we overigens ook niet naar Japan gekomen.

Ik had het daarom zo gepland dat we pas laat in de middag zouden aankomen en de volgende dag direct op tijd naar Kyoto zouden reizen. Zo gezegd, zo gedaan. Een taxi haalde ons op en bracht ons naar het hotel. Het hotel lag redelijk afgelegen maar rustig en met mooi uitzicht op de haven wat ’s avonds voor prachtige foto’s zorgde.



De volgende ochtend stonden we op tijd op en genoten van de rust in het hotel en het uitstekend verzorgde ontbijt. Snel afrekenen (en ons kapot schrikken van de taxirekening van het ritje tussen vliegveld en hotel) en naar Kyoto. Ehm…. hoe komen we daar eigenlijk? Kyoto is ongeveer drie kwartier van Osaka en gezien de taxirekening van de dag ervoor was dat echt geen optie.

Bij navraag aan de receptie bleek dat een shuttlebus ons naar het treinstation kon brengen. Van daar konden we dan met de trein naar Kyoto. Okay, op naar de bus dus. In een minuut of twintig waren we op het station, bepakt en bezakt.

Toen we eenmaal in de vertrekhal stonden, werd het leuk. Overal hingen machines en waren er ruimtes waar je kaartjes kon kopen maar…..het overgrote deel was in het Japans. En nu? Iemand vragen? Goed idee maar niemand spreekt Engels. Dan maar eens even rondkijken hoe dat hier allemaal werkt.

Het bleek dat iets verderop een machine stond waar je kaartjes voor Kyoto kon kopen en waar alles in het Engels op stond. Terwijl Bert zich nog het hoofd stond te breken over hoe we nu in Kyoto kwamen, had ik de kaartjes al uit de machine. Wat is alles toch simpel als je weet hoe het werkt!

Op naar de treinen. De volgende trein zou al in een paar minuten vertrekken dus we moesten even doorstappen. Doorstappen? Eerst moesten we met onze koffers maar eens langs de tourniquet hekjes zien te komen. Dan naar hindernis twee: een trap. Hoe we het hebben gedaan, weet ik niet, maar we haalden de trein ook nog.

Het openbaar vervoer in Japan is echt super. Ten eerste is het zeer efficiënt, het is zeer schoon en heerlijk rustig. Wat ik daarmee bedoel is dat als je in Hong Kong in de MTR stapt, het een en al drukte is van mensen die aan de telefoon zitten. In Japan is het verboden je mobiele telefoon te gebruiken in de trein. Het was dus lekker stil. We genoten van de treinrit door het zonovergoten landschap. Langzaam werd het ook steeds heuvelachtiger en landelijker.

Na een uurtje waren we in Kyoto waar we ergens een shuttlebus naar het hotel konden vinden. Omdat weer alles in het Japans stond, moesten we een keuze maken tussen twee richtingen. Toen we eindelijk helemaal beneden waren (allemaal trappen), bleek dat we toch de andere uitgang moesten hebben. Natuurlijk, Murphey’s Law!

Wel werden we uiterst vriendelijk geholpen door iemand aan een loketje waar ik voor de zekerheid maar even was gaan vragen waar we heen moesten. Hij sprak geen woord Engels en ik geen woord Japans maar met handen en voeten kregen we het toch voor elkaar. Met een beetje creativiteit kom je er altijd wel uit!

De shuttlebus bleek aan te komen op een gigantische parkeerplaats waar ik weet niet hoeveel bussen stonden. Hoe vind je dan ‘jouw’ bus? Nou, niet dus want, en daar komt ‘ie weer, alles staat in het Japans. Er liep een soort verkeersregelaar heel druk heen en weer dus die moest wel wat weten, dachten we. Bert waagde het erop en vroeg hem waar we moesten zijn.

Hij wees ons de halte en vertelde dat het nog een minuut of tien zou duren. Ik geloof dat het uiteindelijk veel langer duurde maar het was mooi weer en niet al te koud dus viel het wachten wel mee. Alleen de bussen met hun ronkende motoren waren nou niet je dat.

De weg naar het hotel was best nog wel even een tochtje. Het hotel dat we hadden uitgekozen ligt namelijk helemaal aan de rand van de stad tegen de bergen aan. Het voordeel is dat het lekker rustig is en je in mum van tijd van de prachtige natuur kunt genieten.

De natuur is namelijk echt iets bijzonders in Japan. Als je ervan houdt, moet je daarom ook in de herfst gaan als alle bomen hun herfsttooi hebben. Jullie zullen het straks op de foto’s wel zien: je mond valt ervan open.

Wij waren eigenlijk iets te laat voor het herfstseizoen maar we hadden geluk: het weer was bijzonder mooi en mild en we konden daarom nog volop van de kleurenpracht genieten.

Het Westin Miyako hotel is een reusachtig complex en we zijn er (ongelogen) een paar keer helemaal verdwaald. Het ligt op een schitterende locatie en is omgeven door een prachtig park. We hadden een kamer met balkon en spectaculair uitzicht op de bergen waar je her en der tempels kon zien liggen.

Het hotel was wat eenvoudiger dan het hotel in Osaka maar omdat we toch steeds onderweg zouden zijn, maakte dat niet veel uit. Als het maar schoon is en het bed een goede matras heeft, dan is het goed.

Na het uitpakken van de koffers gingen we eerst maar eens naar beneden om te kijken wat voor trips we konden boeken. We hadden namelijk maar een paar dagen en dan wil je wel het maximale eruit halen. Ik had me thuis al wel wat voorbereid om in ieder geval de ‘must-see’ bezienswaardigheden eruit te halen.

In het hotel zat een reisagent dus daar zijn we eerst maar eens heen gegaan. Helaas waren veel uitstapjes niet meer mogelijk omdat het seizoen eind november ophoudt. Dat was dus een teleurstelling want ik had toch wel graag de brug over de Kwai-rivier gezien en het bijbehorende museum of een dansvoorstelling van geisha’s maar dat was of niet mogelijk of het viel op dagen dat we er niet meer zouden zijn. We besloten onder het genot van een kopje koffie en thee eerst maar eens op ons gemak te kijken wat er dan wel mogelijk zou zijn.

Na heel veel passen en meten boekten we uiteindelijk twee trips, een halve dagtocht en een complete dagtocht. Hiermee zouden we de hoogtepunten afdekken.

Eerlijk gezegd was dat ook niet zo erg want je wilt ook niet overvoerd worden met informatie. Dan weet je aan het eind niet meer wat je allemaal gezien hebt en wordt zo’n reis al gauw erg gejaagd.

’s Middags besloten we het park rondom het hotel maar eens te verkennen en dat was al heel indrukwekkend. Het ging op een gegeven moment best steil omhoog en de kleurenpracht was onvoorstelbaar mooi. Knalgeel, heloranje en fonkelend rood. Je ogen zouden er bijna zeer van gaan doen. Bijzondere kleurcombinaties die uniek zijn voor Japan. Ik weet ook niet of het op de foto’s goed te zien is maar geloof me maar als ik zeg dat het spectaculair was.



Tijdens onze klimtocht werden we begeleid door de zang van ik weet niet hoeveel vogels. We konden ze niet zien maar het geluid kwam echt overal vandaan.

Boven stond een tempeltje waar werd uitgelegd hoe je een wens kon doen. Dat was allemaal nog niet zo eenvoudig, hoor. Eerst buigen, dan de bel luiden, dan je wens doen, weer buigen en dat was het dan. Er stond ook precies aangegeven hoe vaak je moest buigen. Heel grappig.

De tocht ging nog verder naar boven waar we op de heuveltop kwamen en van het schitterende uitzicht konden genieten. Er was ook een kleine vijver waar verschillende koolmezen druk aan het badderen en kwetteren waren.

Eenmaal beneden besloten we direct de Japanse tuinen ook nog even te bekijken. Dat was heel apart want daar stonden ook typische Japanse huisjes die je kon huren voor je verblijf. Dat lijkt leuk maar je moet wel een beetje gehard zijn om zoiets te doen want je slaapt dan op de typische Japanse matjes. Ook het eten is allemaal typisch Japans. Daar moet je je dus wel van bewust zijn als je zoiets boekt. Niets voor ons in ieder geval. Het zag er wel mooi en een beetje geheimzinnig uit. Een oase van rust, dat zeker.

De volgende dag stonden er twee dingen op de agenda: een bezoek aan Murin-An en de halve dagtocht.

Murin-An

Murin-An is een huis dat is gebouwd door Aritomo Yamagata. Hij was een zeer bekende staatsman in Japan en liet het huis tussen 1894 en 1896 bouwen. Bij westerse toeristen is het huis niet zo bekend wat komt doordat de reisorganisaties het links laten liggen. Het is namelijk relatief klein en je kunt er dus geen 40 man tegelijk door sturen. Een tip uit de reisgids was echter om dit te gaan bekijken omdat vooral de tuin zeer beroemd is.

Het was mooi weer en Murin-An lag op loopafstand van het hotel dus we gingen aan de wandel. Na een paar minuten waren we er al en na het betalen van de entree (dat was echt heel erg weinig) gingen we naar binnen. Of beter gezegd, direct weer naar buiten want via een poort kom je direct in de tuin.

Daar lag een werkelijk prachtige tuin waar we veel foto’s van hebben gemaakt. De tuin is niet super groot maar wel bijzonder. Wat ons opviel, was dat er inderdaad geen enkele westerling te bekennen was. Wij waren de enigen.



De andere bezoekers leken het meer als een soort parkje te benutten. Een dame ging heerlijk in de zon op de rand van het houten huisje zitten (er staan drie huizen op het grondstuk). Gewoon, genieten.

Het stenen huis dat er is gebouwd is een deel van de geschiedenis van Japan omdat er de zogenaamde Murin-An Conferentie is gehouden voor de oorlog met Rusland.

Murin-An betekent overigens ‘rustig plekje’ en dat moet het ook echt geweest zijn in die tijd. Nu kun je het verkeer langs horen rijden maar het is nog steeds een aangename plek om te vertoeven.

We besloten verder te gaan met onze stadswandeling want ook het beroemde Gion-district van Kyoto lag op loopafstand.

Gion district

Iedereen die Memoirs of a Geisha heeft gezien of gelezen, herkent deze straatjes want dit is de buurt waar de Geisha’s worden opgeleid. Nu is er in de tussentijd wel veel veranderd en is er van die jaren dertig sfeer praktisch niets meer over.

In Japan zijn er overigens niet zoveel Geisha’s meer veelal omdat het een zware, meerjarige opleiding is en vaak ver weg van je familie. Dat moet je dus echt willen. Alles gaat volgens strenge regels en strakke etiquette (zoals veel van het dagelijks leven trouwens in Japan).

Zomaar even bij een van de gelegenheden naar binnen lopen om naar de beroemde waaierdans te kijken, kun je vergeten. Hier kom je namelijk alleen op uitnodiging binnen. We vervolgden onze tocht door de stad.

Intussen hadden we best wel dorst gekregen en bij de eerste de beste tearoom besloten we naar binnen te gaan. Ik kreeg het gevoel dat deze mensen (een echtpaar en een zoon) nooit toeristen op bezoek kregen want ze leken een klein beetje te schrikken toen we binnenkwamen. De zoon bediende ons en zonder problemen kregen we wat we wilden. We genoten van onze thee en koffie en overheerlijke gebakjes (vers gemaakt in de bakkerij erachter).

Even naar het toilet en dan…. Ho stop, toilet. Daar moet ik echt even wat over vertellen want dat is iets bijzonders in Japan.

Japanse toiletten

Een Japans toilet is een high-tech apparaat waar je eigenlijk niet zo maar even snel naar toe gaat. Wat is er dan zo bijzonder aan?

Hou je vast, dit kun je op een Japans toilet:
1. de bril verwarmen
2. afzuiging aanzetten voor de vieze luchtjes
3. spoelgeluiden laten spelen om je eigen geluiden te overstemmen (echt waar, ik heb het geprobeerd. Dikke gein!)
4. je van voren laten schoonspoelen
5. je van achteren laten schoonspoelen

Je kunt dus aardig wat tijd doorbrengen op de wc hoewel het mij eerlijk gezegd nou niet zoveel doet. Ik geloof dat mannen (mijn man althans) dit veel leuker vinden.

Doorspoelen gaat niet via de speciale ‘unit’ die aan de wc vastzit, je moet gewoon aan de zijkant de knop indrukken. Dat dan wel weer. Ik vraag me echt af waar dat met die wc’s vandaan komt.

Zo, dat weten jullie ook weer. We gaan weer verder met onze wandeling.

Stadstaferelen

Terwijl we zo aan het wandelen waren, kwamen we bij een rivier die we zouden volgen tot aan een kruising van waar we dan weer terug naar het hotel zouden lopen. Opeens hoorden we een hoop gekrijs van vogels en besloten te gaan kijken wat er aan de hand was.

Het bleek dat een man stukken brood aan het opgooien was voor de vogels en overal vlogen kraaien, meeuwen en roofvogels (buizerd, ik weet het niet precies maar ze waren best groot).

De brutale meeuwen waren de roofvogels steeds wat te snel af en op de foto kun je zien hoe een van de roofvogels de achtervolging inzet. We hebben daar even staan kijken totdat het brood op was en de vogels op zoek gingen naar het volgende ‘restaurant’.



Suske & Wiske taxi’s

Bert verklaarde mij helemaal voor gek maar ze bestaan echt: Suske & Wiske taxi’s. Wat zijn dat nu weer? Ik zal het uitleggen: ik was vroeger een fan van Suske & Wiske en nu weet ik het niet meer helemaal zo precies maar er kwamen vaak van die typisch hoekige zwarte auto’s in voor (reed Crimson niet in zo’n auto?). Goed, wij lopen dus 30 jaar later in Kyoto en ik zie dus taxi’s rijden die mij direct herinneren aan de Suske & Wiske auto. Kijk maar eens op de foto. Zijn toch Suske & Wiske taxi’s of niet dan? Ik vond het wel grappig.



Bij een supermarkt hebben we nog even wat snoepgoed en drinken ingeslagen en hebben toen een taxi (!) genomen naar het hotel.

Dit moet ik nog wel even kwijt: de taxichauffeurs zijn onberispelijk gekleed, vaak in uniform met pet en handschoenen. Ik vind dat toch beter dan een spijkerbroek, slobbertrui en een baard van drie dagen, hoor.

Zo, dat was slechts een ochtend in Kyoto. Snel een lekkere lunch in het hotel en dan mee met de tocht.

Daarover kunnen jullie lezen in deel II van onze vakantie in Japan.