maandag 13 augustus 2007

Uit eten gaan

Uit eten gaan is iets dat we elke werkdag doen. Op kantoor is namelijk wel een kantine maar er wordt niets geserveerd. Er is thee en koffie en er staat een snoepmachine, dat is het.

Dat betekent dat we elke dag moeten 'afdalen' naar het winkelcentrum en eten in een van de vele restaurants hier. Er is keuze genoeg: Amerikaans, Japans, Chinees (uiteraard), Vietnamees, Thais, Koreaans, Italiaans, enzovoort enzovoort.

De prijzen zijn van goedkoop tot geprijst maar het blijft redelijk acceptabel.

Vandaag (maandag 13 augustus) hadden we besloten om bij de pizzahut te gaan eten. Dat klinkt MacDonalds-achtig maar buiten de pizza's hebben ze best lekkere gerechten.

De tafel

Het begint uiteraard met het toewijzen van de tafel. Dat gaat meestal als volgt: je meldt je eerst bij de counter. Daar staat meestal niemand maar vanuit het restaurant wordt dan al gebaard of je met z'n tweeen bent. Je steekt dan twee vingers op en dan mag je de serveerster volgen.

De serveerster steekt haar arm op en loopt als een soort akela voor je uit naar je tafeltje. Waarom ze dat doet, is ons een raadsel want je loopt immers pal achter haar. Het is in ieder geval grappig.

Bestellen

Als je dan zit, krijg je meestal eerst een glas kraanwater wat je, als je verstandig bent, niet aanraakt aangezien onze darmen niet ingesteld zijn op de waterkwaliteit in Hong Kong.

Vervolgens krijg je het menu. Dat wil zeggen, je krijgt drie verschillende: een met alle lunchsets erop (dat is een compleet menu tegen een gereduceerde prijs), een met alle aanbiedingen en een met alle a-la-carte gerechten.

Als je dan na 10 minuten door alle boekwerken heen bent en een keuze hebt gemaakt, wordt het tijd om een ober aan te schieten. In Europa doe je dat normaal gesproken door oogcontact te maken maar dat werkt hier niet. Het enige effectieve middel is het opsteken van je hele arm met de volle hand. Zwaaien hoeft niet, gewoon recht opsteken en wachten totdat iemand een signaal geeft dat ze je hebben gezien.

Dan komt de ober. Ik plaats mijn bestelling, een drankje, een salade en spaghetti. De ober loopt bijna weg zonder Bert te vragen of hij wellicht ook iets wil eten. Na ook Bert's bestelling (een drankje, een salade en een pizza) te hebben opgenomen, loopt hij weg.

Wachten.....

En dan is het wachten op twee dingen:
1. Hebben ze de bestelling correct opgenomen
2. In welke volgorde wordt alles geserveerd

Daar komt de serveerster met....... een drankje. Ik vraag waar het andere is. Groot vraagteken op haar gezicht. Het staat niet op haar bonnetje. Oke, nog een van hetzelfde dan graag. Wordt geregeld en bezorgd. Gelukkig was de 'zonder ijs' wens wel aangekomen anders had ze nog een keer terug gekund.

IJs kun je hier overigens beter niet in je drankje hebben. Ten eerste is het drankje al ijskoud en ten tweede wordt het gemaakt van kraanwater met de bekende effecten.

Dan komt de ober met het eten: mijn spaghetti. Ehm, wilden we niet eerst met een salade beginnen? Ja, nou ja, je kunt het ook niet koud laten worden. En waar is Bert's eten? Geen idee, de ober is alweer gevlogen.

Twee minuten later komt een serveerster met mijn salade. Okay, het wordt nu wel een beetje vol op het tweepersoons tafeltje maar het gaat nog net. Bert heeft nog steeds niets.

Afleiding

Ondertussen zit ik dus lekker te smikkelen en onderhand proberen we met elkaar te communiceren. Dat wordt bemoeilijkt door vier dingen:

1. De Franse muziek (traditionele harmonica) die tot in den treure wordt herhaald dus we proberen er niet naar te luisteren. Bovendien zien we de verbinding niet tussen een Amerikaanse restaurantketen waar Italiaans eten wordt geserveerd en dan Franse muziek wordt gespeeld. De muziek staat overigens niet zacht maar redelijk luid zodat je het echt moet horen.

2. De tafels naast ons. Aangezien ruimte erg kostbaar is in Hong Kong, wonen en werken mensen niet alleen op een kluitje, je eet ook op een kluitje. Dat betekent dus dat onze tafels grenzen aan twee andere tafels waar 'locals' zich gezellig met elkaar onderhouden. Zo heet dat in het Kantonees. In het Nederlands heet dat 'op luide toon met elkaar praten'. Wij moeten dus ook zowat schreeuwen om de conversatie in stand te houden.

3. Om half een is het spitsuur in de restaurants daarom gaan wij altijd om 12 uur eten dan is er nog plaats. Ga je later, dan krijg je een bonnetje en wordt omgeroepen welk nummer aan de beurt is. Dat omroepen gebeurt bij de ingang van het restaurant waar de mensen ook allemaal staan te wachten en daarvoor wordt een installatie gebruikt. Vraag me niet waarom daar een installatie voor nodig is maar je schrikt je te pletter als de serveerster een nummer afroept. Vergeet daarbij niet dat wij binnen zitten en de conversatie al moeten onderbreken omdat je niets meer kan horen. Hoe dat buiten klinkt wil ik niet eens weten.

4. Het personeel. Zodra je een vork neerlegt, staat er iemand naast je die vraagt of je klaar bent. 't Maakt niet uit of je tafelpartner al klaar is, er wordt direct opgeruimd. Dat gebeurt dus zo'n tien keer terwijl je aan het lunchen bent en is heel vervelend.

Terwijl ik mijn spaghetti al op heb, wordt eindelijk de salade van Bert gebracht. In ieder geval is de volgorde nu wel correct maar ben ik intussen al bijna klaar met de lunch. Dan komt de pizza en moeten we het tafeltje wel heel economisch gaan indelen want het past nu echt niet meer. Bert eet dus snel de salade, dan hebben we weer wat ruimte.

Afrekenen

Als alles op is en onze oren tuten van de muziek, het geschreeuw en de aankondigingen, is het tijd om de rekening te vragen. Dus, arm in de lucht en wachten maar.

Daar komt een serveerster (de zoveelste van vandaag) en ik vraag om de rekening. Meestal maak je ook meteen een schrijfbeweging zodat je al sprekend en met gebarentaal duidelijk maakt wat je wilt. Helaas, vandaag treffen wij een meisje dat en geen Engels spreekt en kennelijk haar eerste werkdag beleeft want ze kijkt me aan of ik haar een oneerbaar voorstel doe. Dan glimlacht ze (HET teken dat ze het niet begrepen heeft) en ze kijkt wanhopig om zich heen. 'HELP', schreeuwen haar ogen. Een ober die verderop staat, schiet te hulp en vraagt ons wat we willen. De rekening dus, graag, alsjeblieft?

De ober vraagt of we een klantenpas hebben van de Pizzahut. Nee, hebben we niet. Hebben we de DBS creditcard dan want dan krijgen we 10% korting? Nee, hebben we ook niet. Dus u wilt cash betalen? Nee, met VISA en ik geef hem mijn kaart. Dat is in orde en de ober loopt weg. Na 10 seconden komt hij weer terug. Of ik niet een DBS creditcard heb? Had hij dat niet niet ook al gevraagd? Nee, herhaal ik dus vriendelijk, ik heb geen DBS creditcard. Dat werkt en dan komt alweer een andere serveerster met de bon voor een handtekening en kunnen we weg.

Bij het weglopen zeggen alle personeelsleden die binnen bereik zijn 'Bye, bye'. Dit moet je uitspreken als 'Baabaaaaaai' en dan op een beetje kinderachtige meisjestoon, dan doe je het goed en klinkt het heel grappig. Soms zwaaien ze er ook nog bij. Heel maf maar je wordt er wel vrolijk van.

En zo kom je dus elke dag terug met het gevoel dat je prettig hebt geluncht. Echt waar? Echt waar!

Geen opmerkingen: